11/11/11
11/11/2011
Straks weerklinkt hier vlakbij de Last Post. Ik probeer intussen aan Charlotte van VlaanderenVandaag (voor de snelzoekers, op minuut 20.20) uit te leggen hoe de oorlog voelde voor de jongens zelf. Want als me één ding is bijgebleven uit de research, dan is het dat wel. Hun angst. In die eindeloze, donkere nachten. Luisterend naar de jammerende gewonden op het slagveld. Vlakbij, maar toch te ver. Hulpeloos. Verloren.
Op de terugweg luister ik nog maar eens naar dat ene nummer dat daar alles over zegt: No Man’s land.
“Achtenveertig uur onzekerheid, is dat draaglijk? Twee dagen aan het front. Twee dagen onder zwaar mortiervuur. Of niet. Een gasaanval. Of niet. De wind die net op tijd draait. Of niet. Een politiek geïnspireerd tegenoffensief. Of niet. Honderd, duizend doden voor een paar meter terreinwinst. Of niet. Het moet verschrikkelijk geweest zijn. Precies door die onzekerheid. De mens is een vreemd beest; het is niet zozeer de aanblik van de mogelijke dood, die hem angst aanjaagt. Wie zeker weet dat hij gaat sterven, blijft daar veel kalmer bij. Met zekerheid komt berusting. Stress daarentegen wordt bepaald door twee factoren: onmacht en onzekerheid. Niet weten of je vandaag zal sterven of niet…”