Boekenweek voor Beestjes
Vanochtend kreeg ik in de dierenwinkel een boekje bij mijn kattenvoer. Een dik, wit bundeltje papier met een harde kaft en een linnen rug. Ik bleef er thuis nog een tijdje verdwaasd mee in mijn handen zitten; oké, het is boekenweek, maar in het literaire segment is het voor de meeste uitgevers al lang onbetaalbaar geworden om de mindere goden nog in hard cover uit te brengen. Voor zo’n harde rug worden moorden gepleegd -collega’s worden genadeloos afgemaakt met a blow to the back of the head with a blunt object, zoals een presse-papier. Ja, zelfs steekpartijen met vulpennen niet geschuwd. Ingebonden, laat staan ingenaaid worden, dat overkomt alleen nog de allerbesten. Zelfs kunstboeken moeten het tegenwoordig doen met een slap kaftje.
Kattenvoerreclame dus niet. Want dat bleek het te zijn, toen ik het boekje uiteindelijk open durfde te slaan. Een hard cover reclamefolder voor holistisch poezeneten, met daarachter een ruim blanco katern om -vermoed ik- een dagboek van je huisdier in aan te leggen. Of de evolutie van zijn BMI in te noteren. Met stijgende verbazing ontdekte ik dat het merk in kwestie hier zijn vernieuwde assortiment wou voorstellen; de verkoopster had me er ook al met licht bezorgde stem voor gewaarschuwd. ‘Ja, de oude smaken gaan eruit, het zal even wennen zijn.’ As if the f*** cat cares. Als het aan de kat lag, kocht ze volgens mij gewoon de grootste bakjes.
De marketingtalk spatte van de pagina’s af, illustraties en cartoons incluis – de producent had duidelijk kosten nog moeite gespaard om dit nieuwe high concept verder toe te lichten. Vanaf nu, leerde mij een perfect uitgetekend voedseldiagram, kon de kat kiezen tussen vier segmenten: allemaal zonder additieven, dat spreekt. Natuurlijk. Dat mensen armoede-obesitas krijgen, tot daar aan toe, maar voor de kat alleen het beste. Vier lijnen deelden de cirkel verder op: met of zonder extra vitaminen op de vertikale as, terwijl de horizontale het onderscheid maakte tussen brokken met hoogwaardige ingrediënten voor dierenvoeding of uitsluitend met ingrediënten geschikt voor menselijke consumptie. Pardon?! Jawel. “Ingrediënten geschikt voor menselijke consumptie – maar om commerciële redenen hiervoor niet bestemd.”
Op het bijbehorende prentje houdt een rosse kater een triest kijkende astronaut, poedervoer in de hand, vriendelijk zijn zakje brokken voor. Meteen schoot mij een ander beeld te binnen. Jaren geleden, toen ik nog op de middelbare school zat, kwam er een paar maanden een Indische uitwisselingsstudent bij ons studeren. Niemand wist precies waar hij vandaan kwam, zo gaat dat met inboorlingen, alleen dat het ergens echt ver afgelegen was, en heel erg primitief. Echt een arme jongen, een wees nog wel, die wij nu de kans gaven zich te ontwikkelen. Mooi toch?
Toen die jongen een keertje meeging naar de supermarkt, barstte hij in tranen uit bij het zien van het rek met dierenvoeding. Bleek dat zijn vader van honger gestorven was. Als hij een zo’n blikje had gehad, elke dag, had het nooit zover hoeven komen, snikte hij. ‘O,’ zei iemand om hem te troosten, ‘maar dat kan je niet eten hoor, dat is voor beesten.’ Dierenvoeding, het ging zijn verstand te boven. Beesten eten wat er over is. Als er iets over is. Al de rest kan je wel eten. Als je geluk hebt.
Een jaar of 5 geleden kreeg de Zuid-Amerikaanse kunstenaar-provocateur Guillermo Vargas een ware storm van verontwaardiging over zich heen omdat hij als deel van een installatie een uitgemergelde hond liet verhongeren in een kunstgalerij, vastgebonden tegenover een muur waarop met hondenbrokken een tekst was aangebracht. Soms vraag ik me af of er evenveel protest zou zijn geweest als iemand daar zo’n ‘inboorling’ zou zetten. Met zo’n bakje kattenvoer met uitsluitend ingrediënten die geschikt zijn voor menselijke consumptie net buiten handbereik. Och ja, er is ook een voordeel natuurlijk. Als het de houdbaarheidsdatum nadert, kunnen we het met een gerust geweten uitvoeren naar Afrika. Want aan de kat durven we het dan wellicht niet meer te geven. En nu we net weer in de ontwikkelingssteun hebben gesnoeid – het is tenslotte crisis en het geld moet ergens vandaan komen, maar maak u geen zorgen, u zal het niet voelen – komt dat wellicht goed uit. Mooi toch?
Terzijde: no animals were harmed during the writing of this blog.