Gratis tweetaligheid? Anyone?

Even ernstig: wanneer hebt u voor het laatst een Waal op de Vlaamse tv gezien? In het nieuws lijkt Wallonië verder weg dan onze ex-koloniën. Nog liever een Congolees aan het woord, dan een Waal. Heel af en toe duikt er eentje op in een praat- of spelprogramma, als en alleen als hij Nederlands spreekt, een regel die overigens niet geldt voor Engelstaligen. En in fictie: nooit. Zelfs niet als slechterik. Vreemd, toch?

Integreren, roepen we, soms terecht en soms ten onrechte, maar altijd luid en overtuigd. En dus heeft elke televisieserie zijn Pool, Marokkaan, holebi en andere minderheid gekregen om de bevolking te laten wennen aan het feit dat eenheid en eenvormigheid tot het verleden behoren. Dat diversiteit de toekomst is, en we daar maar beter het beste uit kunnen halen.

Behalve als het de Walen betreft. Dan is de boodschap plots segreren, en niet integreren, zelfs niet assimileren. Zoals je in de VS ‘negerfeuilletons’ en witte series hebt, en er slechts bij hoge uitzondering een personage over die scheidingslijn krabbelt. Een boodschap die alle omroepen (on)bewust uitdragen.

Fans of Flanders

Een Franse film op tv? Jamais. Daarvoor is -behalve als de broers Dardenne iets winnen in Cannes- het ‘cultuurverschil’ te groot. Het zou een interessante oefening zijn eens op te tellen hoeveel minuten per jaar er Frans te horen is op de Vlaamse tv. Nochtans één van de officiële landstalen in een, bij mijn weten, nog steeds tweetalig land.

Tegelijkertijd krijgen honderden Nederlandstalige jongeren elke dag weer klamme handen als ze voor hun werk een telefoongesprek in het Frans moeten voeren. Of erger nog, een Franse mail moeten tikken. De taaltest bij de politie maakt de meeste agenten banger dan om het even welke binnenlopende melding. Zelfs veel journalisten lopen, als het even kan, met een wijde boog om Franstalige interviewees heen. Op nationale sportstages spreken Vlamingen en Walen Engels met elkaar. Functioneren in een tweetalige werkomgeving is voor werkzoekenden een onoverkomelijke hinderpaal, of op z’n minst iets waarvoor ze eerst een VDAB-cursus moeten volgen. Terwijl die vaardigheid eigenlijk voor het oprapen ligt.

Ik ben een grote fan van Fans of Flanders, het olijke, goedgemaakte VRT-programma waarmee de openbare omroep anderstalige nieuwkomers probeert te betrekken bij onze taal en cultuur, om zo hun integratieproces te vergemakkelijken. Fantastisch initiatief, en door het programma gedeeltelijk in het Engels te maken is de drempel niet alleen lager, maar hebben Nederlandstaligen er ook nog iets aan.    

Gratis

Stel je voor, dat VRT al zijn programma’s in het Frans zou ondertitelen, en de RTBF hetzelfde zou doen in het Nederlands. Dat Vlamingen en Walen in programma’s van de openbare omroep hun eigen taal zouden spreken. Dat in Vlaamse series meisjes met een Waalse love-interest naar huis zouden komen, die in het Frans aan de schoonfamilie werd voorgesteld. Wat een taalbad zou dat kunnen opleveren. Wat een rijkdom aan vaardigheden zou dat zijn, met alle economische voordelen vandien in de steeds internationalere economische arbeidsmarkt. Weg met de dure privé-cursussen voor managers die asap Frans moeten leren. Gratis tweetaligheid voor iedereen.

Maar meteen staan de vendelzwaaiers op, luid schreeuwend dat zoiets niet kan. Meer nog, tegenwoordig hebben we zelfs schepenen van Vlaamse Zaken, die elke economische realiteit ten spijt, schreeuwen dat alle Frans in Vlaanderen, zelfs dat in restaurantnamen, onmiddellijk uit het straatbeeld moet verdwijnen. Diep in eigen navel kijkend beroepen ze zich op historische gronden, op de geschiedenis, op de taalstrijd.

De taalstijd, lieve mensen, is niet meer van deze tijd. Nu ten strijde trekken tegen een paar woorden Frans, dat is de wereld 1-0-0 years achteruut draaien. De Franstaligen van nu zijn niet meer de Franstaligen van toen. Bovendien: we zijn ook ooit onder de voet gelopen door de Spanjaarden. Hoeveel vendelzwaaiende huisvrouwen laten er zich daar nog door weerhouden in avondonderwijs Spaans te leren om bij hun volgende vakantie in Torremolinos vlotter hun sangria te kunnen bestellen? 

Weerkaart

Potsierlijk, vinden veel mensen de voorstellen van de schepenen van Vlaamse Zaken. Maar kunnen we dit zomaar weglachen? Zouden we dit niet beter ernstig nemen, hoe belachelijk het ook is? Want het gaat verder dan taal alleen. Vorige week kopte een Nederlandstalige krant: ‘Vlaamse jongen aangerand in Brussel.’ Alsof zijn moedertaal ook maar iets met de feiten te maken heeft. Herinner je je de heftige discussies die gevoerd zijn over het feit dat sommige kranten bij hun misdaadnieuws altijd de etniciteit van overvallers vermelden? Omdat dit zou aanzetten tot racisme?

Gaan we nu bij elk slachtoffer vermelden dat het Vlaams is? Van ons? Zodat we mensen conditioneren om aan te nemen dat taal en culturele identiteit samenvallen? Zodat we het wij-gevoel van de groep, liefst gekoppeld aan dat slachtoffergevoel, dat de Vlaming al zo eigen is, versterken? Beseffen de media ten volle dat ze op die manier actief bijdragen aan de splitsing van het land, of aan het creëren van een sfeer waarin dat mogelijk is? Och wat. In de media is het land al gesplitst. Kijk maar naar de weerkaart. Of tel ze eens, de minuten dat je Frans hoort op de VRT.