#kabouterrel

Natuurlijk is het niet netjes dat de N-VA de gele vredeskabouter misbruikt voor propaganda-doeleinden. Dat ik de heren confederalisten geen warm hart toedraag, is al lang geen geheim meer, dus het zal niemand verbazen dat ik uit de grond van mijn hart hoop dat Ottmar Hörl een goede advocaat onder de arm neemt, en BDW & Co een flink proces aan hun kabouterbroek smeert. Ik mag dat denken. Ik mag ook, als ik daar zin in heb, voor de rest van de week een knalrode Ottmar Hörl F*** You-kabouter als profielfoto gebruiken om te laten zien wat ik er van denk, van dat confederale Plopsaland. Of zelfs zo’n zwarte, met een overstretcht armpje. Ik ben een linkse intellectueel. Die zijn nu eenmaal onbeschoft.

Maar Bruno Tobback had dat beter niet gedaan, dat fotootje twitteren van die pinnenmuts met opgestoken middelvinger. Ook al is het geestig, en was mijn eerste reactie: eat that, geeltjes! Want met dat gebaar profileert hij zich als agressief, aanvallend en ongemanierd. En speelt daarmee perfect in de kaart van het N-VA-discours: “Zie je wel dat het allemaal tuig is, aan de linkerzijde? Zelfs de partijvoorzitters hebben straatjongensmanieren. Terwijl wij N-VA-ers zulke nette, positief ingestelde burgers zijn.”

Maar wat veel erger is, is dat die opgestoken vinger bijna een metafoor is voor de houding waarmee de SP.A, en zowat alle andere partijen, sinds het succes van de N-VA aan politiek doen. Alles is een reactie op de ander. BDW bepaalt de thema’s, de rest schopt er tegenaan (of huppelt vrolijk mee, als dat beter uitkomt). Zelfs als het om kabouters gaat. in plaats van zelf de thema’s te bepalen. En met een eigen, positief verhaal te komen. Als de traditionele partijen één les hadden moeten trekken uit de verkiezingen in Antwerpen, dan is het dat tegen BDW zijn niet volstaat om te winnen. Een rode V-kabouter ware beter geweest. Of een blauwe. Of een groene. Als hij maar iets te zeggen had. En geloofde in zijn eigen overwinning. Als er niet snel wat inhoud in de rest van het kleurboek komt, zou het na de verkiezingen wel eens tijd kunnen zijn voor die andere Ottmar Hörl- kabouterset.

 

Anderzijds: een kabouterrel. Dat doet geen enkel ander Europees land ons na. Zelfs geen Afrikaans. Geen Fiji-eiland. Dat kunnen alleen wij, bewoners van het land van Magritte, verzinnen. Land van regeringsloosheid-records, pandaruzies en kabouterrellen. Het is ons drama, en onze charme. O dierbaar België, denk ik dan. Elke keer weer.