koesterboek #KnackExtra
Welk boek zette je aan het schrijven, vroeg #KnackExtra.
Dat het de schuld is van Mulisch, antwoordde ik. En van Kundera.
(omdat ik niet kon kiezen, vertelde ik iets over allebei)
Maar dat alles eigenlijk begon met iets anders.
Met Max de Tractor.
En wel hierom:
‘Alles begon met het prentenboek Max de tractor (voor wie het zoekt, het heet eigenlijk Florian et Tracteur-Max): dat deed me beseffen hoe machtig een verhaal kan zijn. De echte beslissing om te gaan schrijven kwam net iets later, toen ik De ontdekking van de hemel en De ondraaglijke lichtheid van het bestaan las. Voor mij horen die twee romans onlosmakelijk bij elkaar: ze deden me beseffen dat een boek méér kan zijn dan een verhaal, dat schrijven een manier is om naar de wereld te kijken. En je dus als auteur denkend je dagen door kan brengen, zomaar, zonder direct praktisch nut.’
‘Beide heren hebben ook veel gemeen, al zouden ze het zelf vast stellig ontkennen. Alleen de toon verschilt: Kundera is het hart, Mulisch het hoofd. Allebei zijn ze gefascineerd door tijd en toeval. Bij Mulisch is dat altijd een georkestreerd toeval –zijn romans lezen als een horloge met een zichtbaar raderwerk-, Kundera beschouwt toeval eerder als een natuurlijk gegeven, iets wat onopgemerkt blijft, behalve voor de schrijver die die kleine spelingen van het lot aangrijpt om iets groots te vertellen.’
‘Allebei mengen ze ook mythes en muziek in hun werk: Kundera bouwde De Ondraaglijke lichtheid op rond een muzikaal leidmotief (Beethoven’s Es muss sein) en Mulisch schiep met de celliste Ada het mooiste vrouwelijke personage uit zijn hele oeuvre. Kundera creëerde met Sabina dan weer de perfecte maîtresse, naakt en met de bolhoed van haar grootvader op haar hoofd; rond die hoed ontspint zich een spel van erotische metaforen. Dat gaf de doorslag: het besef dat je als schrijver de vrijheid hebt elke vrouw te scheppen.’
‘Natuurlijk zijn beide auteurs ook fascinerend als persoon: Mulisch, de marmeren god in zijn eigen universum, met zijn bizarre mengeling van arrogantie en ironie, en de teruggetrokken Kundera die zelden interviews geeft en zo een raadsel blijft, een onzichtbare, maar even almachtige poppenspeler.’
Het stuk zoals het verschenen is, kan je hier nalezen.
(Thx aan Roderik Six voor de tekst, en Sigfrid Eggers voor het beeld.)