column #motorrijder – Ouderwets heldendom
Motorrijder, april 2016 –
Journaliste en schrijfster Gaea Schoeters reisde samen met grafisch vormgeefster en fotografe Trui Hanoulle (aka #de-ex) in zeven maanden tijd door acht (moslim)landen en rijdt sindsdien on & off-road door andere stukjes van de wereld.
Ouderwets heldendom
In 1981 zette Honda zijn eerste stappen in de zwaarste offroad-rally ooit: Paris-Dakar. 8500 kilometer duinen, modder en rotsen. Vrijwel meteen pikte de Africa Twin het hele podium in; de tweecilinder werd een legende. Nu gooit Honda het beest opnieuw op de markt. Compleet vernieuwd, maar onder hetzelfde motto: True Adventure. De Africa Twin voegt zich bij zijn soortgenoten: de Ducati Globetrotter, de Adventures van BMW en KTM en de Triumph Explorer. Valt er u iets op?
Precies. Allemaal behoren ze tot het jongensdroomsegment, waarin motorrijden samenvalt met reizen. Niet zomaar reizen, maar avontuurlijk reizen. Niet alleen op asfalt, maar ver daar voorbij, waar er geen wegen meer zijn. Of toch zo weinig mogelijk. Waar het stof de beschaving achter zich laat en alleen de motorrijder nog verder reist.
“To explore strange new worlds, to seek out new life and new civilizations, to boldly go where no man has gone before.” Met die belofte begon elke aflevering van Star Trek. Met die gedachte vertrekt elke motorreiziger. Want zo ijdel zijn we allemaal. Te denken dat onze noppenbanden ons niet alleen op legendarische plaatsen en routes brengen, maar ook past the final frontier.
Reizen is niets meer of minder dan toegeven aan de lokroep van het avontuur. Vervuld van de drang naar het onbekende, naar ontmoetingen met andere culturen, naar weidse landschappen. Naar een tijd waarin de wereld nog wild was en nog niet alle wegen geasfalteerd. Buitenspelen voor grote jongens (en grote meisjes, al beseffen niet alle motormerken dat) – dat is het verlangen waar deze motoren op inspelen. En daarbij je kleren mogen vuilmaken. Tegelijkertijd is het de contradictie die ze in zich dragen: ze laten ons toe te ontsnappen aan de beschaving en terug te keren naar de wildernis. Naar de oerdrift van stof, zweet en adrenaline. Maar wel met spitstechnologie onder onze kont.
De reclamebeelden van de nieuwe Africa Twin winden er geen doekjes om: dit is een reismotor, of toch één die ons daarvan moet doen dromen. (Ik geloof niet in reismotoren. Je kan met alle brommers overal komen, afhankelijk van je hoeveelheid beschikbare tijd, handigheid en masochisme.) Maar wat drijft ons zover? Wat zoeken we, op die afgelegen plaatsen? “I climbed Everest because it was there,” zei George Mallory eenvoudigweg. Daarom rijden we ons vast in de Siberische modder, in Senegalese duinen en in Congolees slijk: omdat het er is. Omdat we het kunnen.
En omdat de motor er dat kleine extra streepje heroïek aan toevoegt waar we zo van houden. “Wereldfietsers zijn gek en 4×4-rijders rijk, maar motards zijn helden,” zei een douanier in Tadzjikistan tegen ons, toen we met ons eencylindertjes de grens overgetuft kwamen. Dat is natuurlijk onzin, maar we willen het graag geloven, en dat weten de reclamejongens maar al te goed. Op twee wielen ben je bijna een lonesome cowboy, alleen met iets meer paardenkracht. Ongebonden, vrij, van kampvuur naar kampvuur, of voor de glampers onder ons, van lodge naar lodge.
Altijd, onvermijdelijk, verbonden met het landschap. Met de geuren die de helm binnenwaaien, de temperatuur die verandert, de geluiden om je heen. Want motorrijden is een zintuigelijke ervaring. En het brengt je op plaatsen waar je anders niet zou komen. Of waar je anders niet zou stoppen, maar nu wel moet stoppen, al is het maar omdat je kofferrek afgescheurd is door de vele wasbordpistes. Zulke toevalligheden brachten ons bij mensen die we anders nooit ontmoet zouden hebben en dwongen ons te kamperen onder sterrenhemels die we anders nooit zouden hebben gezien. Om nadien de weg weer op te zoeken, verder, altijd verder. Op zoek naar onbegane paden, onbegaanbare paden, paden waar niemand ons voorging.
“I don’t want to conquer you, I just want to climb you,” zei Mallory nederig tegen Mount Everest. Zelf zeg ik dat tegen het slijk, elke keer als de weg het wint en ik modderig weer opsta, de motor rechthijs en verder ploeter: “Relax. I just want to ride you.” Want zolang er wegen zijn, of net geen wegen, zullen we rijden waar we kunnen rijden om te komen waar we willen zijn. Om welke reden dan ook, want eigenlijk is die reden, dat doel, altijd een excuus. Voor motorreizigers is het traject bijna altijd even belangrijk als de aankomst. Motorrijden is genieten van elke kilometer die je brengt waar je wil zijn. De reis zit hem in het rijden zelf. En in de weg die we kiezen.
De column zoals hij is verschenen kan je hier nalezen.