De mening 5 #DSAvond
07/12/2018, DSAvond – Zaterdag trekken de gele hesjes opnieuw naar Parijs, om “Macron te verjagen.” De vorige doortocht van de hesjes herschiep het centrum in een waar slagveld. Wat als de brandende auto’s, de geplunderde luxewinkels en de bekladde monumenten maar een opmaat waren? De ordediensten spreken van ultraradicalisering, de stad houdt haar adem in. Dit is geen opstootje van een handvol ontevreden schorremorrie. Hier smeult een breed gedragen volksopstand.
Over de brandstoftaksen gaat het al lang niet meer; aan de basis van de colère populaire ligt het onevenwicht tussen de toenemende lasten en de achterblijvende koopkracht. De beweging dijt ook uit in de breedte: het zijn niet langer alleen plattelandsbewoners en arbeiders die op straat komen, ook de middenklasse en de studenten sloten zich bij de beweging aan. Uit peilingen blijkt dat minstens 75% van de Fransen achter de hesjes staat.
De onlusten van de afgelopen weken, die opschoven van spontane betogingen naar een ware stadsguerilla, werden al vergeleken met Mei ’68, maar evenzeer omschreven als een Jacquerie fiscale, een verwijzing naar de boerenopstanden tegen de Franse adel. Niet eens zo’n gekke vergelijking, want hoezeer extreemrechts én extreemlinks de beweging ook proberen te recupereren, dit is geen gevecht van rechts tegen links. Dit is een opstand van de onderklasse tegen de bovenklasse: de gerechtvaardigde colère van hardwerkende, gewone mensen die elke dag aan den lijve ondervinden dat elke belastinghervorming de armen armer maakt, de rijken rijker, en de allerrijksten het rijkst. De woede die ieder normaal mens voelt als hij leest dat de erven van Albert Frère nauwelijks successierechten betalen en de topman van Bayer kankermedicijnen wil voorbehouden voor wie ze zich kan veroorloven.
Als we niet willen dat de hesjes na de Arc de Triomphe ook de Europese democratie aan stukken slaan, kunnen politici het zich maar beter realiseren: het neoliberale winstmodel moet op de schop. Of, met een boektitel: “Het gaat over klasse, suffie, niet over identiteit.” We kunnen de hete patat niet voor ons blijven uitschuiven door het sociaal-economische ongenoegen in identitaire termen te verpakken. Links focust op individuele identiteit, rechts op nationale, maar over het echte probleem, de steeds breder wordende kloof tussen haves en have nots, praat niemand. En dan zijn we stomverbaasd als een bevolkingsgroep die zich in de steek gelaten voelt door de linkerzijde ‘die enkel bezig is met de bekommernissen van veganistische, allochtone transgenders’ zich in heel Europa laat rekruteren door rechtse, populistische slogans.
Moeten we de hesjes steunen? Ik denk van wel. Ik keur het geweld niet goed, net zo min als het racisme of de homohaat van sommige hesjes, maar, zoals de Franse journaliste Rokhaya Diallo schreef, “dagelijks geweld, uitsluiting, precariteit en vernedering als gevolg van erbarmelijke sociale omstandigheden laat zich moeilijk vertalen in een beleefd verzoek. Als de onderdrukten opstaan, leidt dat zelden tot elegant protest.” De brandende auto’s raken wel geblust; veel crucialer is wat er daarna gebeurt. Want, zo leerde ik in Iran: het gevaar zit hem niet in wie de revolte voert, maar in wie ze nadien kaapt.