Europa, 2030. Een dystopie. #rekto:verso
Rekto:verso, 25/2/2019 –
Donderdag 28 december 2030, controletoren 2, operator B24.
Incidentenrapport: 2MI, 1FA, 1E. Stroompanne 23:09:14 -23:11:54.
Dit is mijn voorlaatste werkdag deze week. Die informatie is volstrekt irrelevant en net daarom is ze mij dierbaar. Irrelevante informatie is de enige ademruimte die ons nog rest. Alle relevante informatie leent zich tot analyse en elke analyse is een risico. Je weet nooit wat ze vinden. Je weet nooit wat ze zoeken. Alles betekent iets, maar wat het betekent, hangt af van het algoritme dat de informatie leest. Verander de bril en onschuldig wordt schuldig.
Een jonge vrouw steekt over bij rood licht. Het Systeem herkent haar gezicht; de boete wordt automatisch afgehouden van haar conto. Uit de daaropvolgende routinecheck blijkt dat ze haar tienduizend stappen per dag niet haalt en niet dagelijks mediteert. Meteen wordt de bonusmalus van haar ziekteverzekering verhoogd.
Niemand weet nog precies hoe het begon. Het gebeurde niet plots, maar beetje bij beetje. Bit by byte. Voedden we onszelf aan het Systeem. Data in ruil voor comfort. GPSen traceerden onze bewegingen. Apps logden waar we aten, uitgingen, sliepen. In reviews gaven we bloot wat we lazen, waarnaar we keken, waarvan we hielden. Klantenkaarten logden onze supermarktaankopen. Onlineshops ontwikkelden algoritmes om te voorspellen wat we nog meer zouden willen kopen, maar de graphs van ons winkelgedrag legden ook onze digitale beïnvloedbaarheid bloot. Social media analyseerden onze politieke voorkeuren en onze ethische standpunten, foto’s verraadden onze hobby’s. Onze vriendschappen waren makkelijk in kaart te brengen. We voerden ze zelf in. We ruilden. Data voor likes. We ruilden, en we deden slechte zaken. We werden semi-digitale wezens, even afhankelijk van stroom als verslaafd aan endorfines. De digitale slipstream die we achterlieten was immens. We lagen voor het grijpen.
Op het scherm ernaast beukt een man tevergeefs op de deur van een kantoorgebouw; hij is ontslagen, het gebouw laat hem niet langer binnen. In de winkel om de hoek koopt hij een fles whisky. Hij blijkt over quotum: een terugbetalingsuitsluiting van leverziekten wordt geactiveerd.
Het Systeem moest ons alleen maar oprapen. Het is niet duidelijk wie het aanstuurde. Wanneer het werd wat het nu is. Voor wie het werkt. Zeker is dat het bestaat, dient wie het beheert, en alles weet. Over iedereen.
Dat wilden we graag, want we waren bang. En dus ruilden we. Data voor veiligheid. Privacy voor veiligheid. Vrijheid voor veiligheid. Na de vingerafdruk kwam de irisscan. Na de irisscan de gezichtsherkenning. Na de gezichtsherkenning de chip. Iedereen werd getagd als vee. We lieten het gebeuren, we hadden niets te verbergen. En we leefden toch in een democratie?
Al wat we wilden was beschermd worden. Iemand had ons moeten beschermen voor wat we wilden. Toen duidelijk werd dat we allemaal iets te verbergen hadden, was het al lang te laat.
Een stadsgrensscanner stelt een onregelmatigheid vast bij gezichtsherkenning. De automaat verzoekt om een bloedproef. De man voert zijn vinger in, zijn DNA-staal matcht niet met zijn biometrische kenmerken. Uit de risicoanalyse blijkt dat de kans dat het om een systeemfout gaat (het Systeem is minder goed in het herkennen van zwarten) minder is dan 3%, dus neutraliseert de surveillancedrone de man onmiddellijk. Even later haalt een veegwagen hem op. Biomassa is schaars, het Systeem verbruikt veel energie.
Het is niet duidelijk wanneer Zij het Systeem in handen kregen. We verzetten ons niet, want we wilden het immers zelf. Maar wat is willen? Wie programmeert wat we willen?
Dopamine. Al bij de eerste experimenten werd de kracht van dit nieuwe wapen duidelijk: digitale drugs. Likes. Neurostimulansen. Alles wat we willen, of denken te willen, is geprogrammeerd. Impuls na impuls, like na like. Slapen. Werken. Sporten. Kopen. Genieten. Reizen. De hele natie wordt kalm gehouden met het verlangen te bevallen.
Zijn we gelukkiger? Het Systeem doet ons geloven van wel. Is ons leven veiliger? Het Systeem doet ons geloven van wel. Fake news, op maat gemaakt. Alles wat onze illusie bedreigt, verklaren we tot vijand. Vluchtelingen, armoede, intellectuelen. Kunst. Climate change. Hoaxes. Maatschappelijk ballast. Aanvallen op ons comfort, ons verworven recht. Onze Europese suprematie. We willen geloven. We willen consumeren. Daar stemmen we voor.
Na een ruzie op de speelplaats wordt een kleuter opgehaald: preventieve arrestatie. Uit de analyse van zijn genetisch materiaal en zijn sociale omgevingsfactoren blijkt dat hij een verhoogde aanleg heeft voor crimineel gedrag. Hij wordt geneutraliseerd en gerecycleerd: zo draagt ook hij maximaal bij aan de maatschappij. Brandwaarde.
Algoritmes regelen alles. Algoritmes regeren alles. Iedereen wordt ingezet op basis van een vooraf berekende kans op succes. Maximaal rendement. De slimmen studeren, de handigen werken. De marginalen, de opstandigen, de waanzinnigen, de ouden, de chronisch zieken, de depressieven, de niet-rendabelen, de andersdenkenden, de opgebranden: we verbranden ze. Zo voeden zij het systeem: biomassa.
Er waren er die vluchtten. Hun chip uit hun lichaam beten. Wie niet gechipt is, bestaat niet. Kan niet bestaan. Niet leven. Niets kopen. Niets verdienen. Geld bestaat niet meer; onze waarde wordt bepaald door het Systeem. Alles uitbetaald in digikrediet, rechtstreeks op de chip. Alles afgehouden in digikrediet, rechtstreeks van de chip. Elke overtreding. Elke afwijkende gedachte. Elke vorm van verzet. Kost.
Geblikker, geflits, een stuiptrekking, dan niets meer. Stroompanne. Onmiddellijk vertraagt de tijd. In dit eindeloze zwart, in deze blindheid, duurt elke seconde eeuwig. Althans voor ons, de gechipten, de gevangenen van het Systeem. Voor de anderen, die in dit duister opereren, is elke seconde zo voorbij. Altijd te kort.
In dit duister openen zich mogelijkheden. Om te denken. Te handelen. Te zijn. Vrijheid is synoniem geworden voor een stroompanne.
2’40” later floepen de schermen weer aan. Meteen runt het Systeem een analyse. Geen grote incidenten. Alles normaal. Maar de statistieken verraden iets anders. Nooit eerder waren er zo veel aanslagen. Zoveel hacks. Het Systeem telt ze. Analyseert ze. Bevecht ze. De algoritmes kreunen. Het Systeem verliest terrein. Bitje bij Byteje.
De mens is sterk. Vroeg of laat zal hij het tij keren. Europa zal branden, zodat uit dat vuur een feniks kan rijzen, zoals de feniks die opsteeg uit de as van de Tweede Wereldoorlog, en een nieuwe wereld schiep, een wereld van solidariteit en gelijkheid. Ook nu weer zullen we een nieuw Europa scheppen, dat het monster afschudt dat ingebakken zat in die heropbouw – het spook van de consumptie en de eeuwige groei. Opnieuw zal de feniks verrijzen uit de vlammen, zodat de cyclus kan hervatten bij de hoop. Ik zie het aankomen. De bloedige revolte. De oorlog. De vrede. De heropbouw. De bloei. De angst van de winnaars te verliezen wat ze hebben verworven. De rancune van zij die hebben verloren. De haat die oplaait, tussen de nieuwe wij en de nieuwe zij. Nieuwe woorden, nieuwe vijanden. Al verankerd in de vrede: de nieuwe kiemen van het volgende conflict. En het daaropvolgende. En het daaropvolgende. Ah, Europa.