Gilles De Schrijver over Een kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson
‘Eén boek? Dat gaat toch niet. Maar als het dan toch moet, doe dan maar Een kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson. Ik heb het gekregen van Gunter Lesage; we speelden samen Metamorfosen en elke dag opnieuw zei hij dat we dit boek echt allemaal moesten lezen. En inderdaad: als er één boek is waar ik bijna dagelijks aan denk, dan is het dat wel.’
‘Bryson beschrijft op een fantastisch speelse manier de personen achter de grote ontdekkingen van de Verlichting tot nu. Bijna roman-fictioneel vertelt hij historisch correcte verhalen over die wetenschappers en hun uitvindingen; het is zijn poging om wetenschap toegankelijker te maken. Adembenemend.’
TROOSTEND
‘Zelf ben ik nochtans een beetje het cliché van veel acteurs: ik was heel slecht in wiskunde. Pas in het vijfde middelbaar begreep ik waar dat vak goed voor was: dat wiskunde het noodzakelijke theoretische luik is als sleutel voor de wetenschap. Helaas was het toen eigenlijk al te laat.’
‘Nochtans ging er in de lessen fysica en chemie een wereld open die mij bijzonder boeide; ze gaven mij nieuwe inzichten over hoe wij de realiteit percipiëren. Plots begreep ik dat wetenschap en kunst in essentie over hetzelfde gaan: de verwondering over het bestaan van de mens, over het leven en de menselijke conditie, en de zoektocht naar die geheimen die daarachter liggen.’
‘Het is precies dat aspect van wetenschap waar Bryson op inzoomt: dat we van geluk mogen spreken dat we bestaan en dat we bovendien over ons bestaan kunnen nadenken. Want als we kijken naar de geschiedenis van onze planeet of van het heelal, dan is dat echt een onwaarschijnlijk toeval. Een heel troostende gedachte, vind ik dat.’
OOGBOL
‘Meestal leer je wetenschappers alleen kennen in het kader van een wetenschappelijke of filosofische theorie. Door de denkoefening te maken dat die grote geleerden even hard van vlees en bloed waren als jij en ik, dat ze rondliepen en thee dronken, slaagt Bryson erin hun theorieën op een diep menselijke manier open te trekken.’
‘De vreemdste kwiet die erin beschreven wordt is Newton; dat was blijkbaar echt een heel vreemde man die in een duister lab de gekste experimenten deed. Wist je dat die ooit een naald van 15cm achter zijn oogbol gestoken heeft om te zien wat er zou gebeuren? Dat waren geen gasten die stomme berekeningen maakten, dat waren pioniers! Die deden eigenlijk hetzelfde als in een vliegtuig kruipen en kijken hoe ver ze ermee konden vliegen.’
‘Bryson slaagt erin de passie en de liefde die al die grote wetenschappers voor hun vak voelden, over te brengen. Daardoor geeft hij elke lezer goesting om in de wetenschap te duiken.’
VERWONDERING
‘Wetenschap is overal; als Noord-Korea een atoomproef doet, als ik sta te tanken en aan alternatieve energiebronnen denk… we worden er dagdagelijks mee geconfronteerd. En als mens en zeker als acteur of theatermaker moet je een verhoogde gevoeligheid hebben voor de wereld rondom je, dus ik dwing mijzelf om verwonderd te blijven over al die dingen. Zelfs over het feit dat het licht aangaat als we op de schakelaar duwen.’
‘Volgens mij voelt iedereen dat, alleen denk ik dat onze verwondering soms bedolven dreigt te raken onder onze praktische dagdagelijkse maatschappelijke beslommeringen. Dat is het ultieme geluk aan kunnen bezig zijn met een kunstdiscipline, dat je alert kan blijven voor die verwondering. Ik denk dat we aan onszelf verplicht zijn om dat te doen, en ik probeer dat in mijn werk altijd te onderstrepen of over te brengen.’
‘Verwondering is mijn ultieme drijfveer – het is dé reden waarom ik voor dit beroep heb gekozen en waarom ik lees en waarom ik graag leef, eigenlijk.’
DROOG
‘Ik lees echt van alles, eigenlijk vooral fictie en nog het liefst poëzie, maar literair geschreven non-fictie komt altijd nog net iets harder binnen. Misschien omdat je je niet moet afvragen of het echt gebeurd is.’
‘Maar wat is fictie en wat niet? Neem nu Sartre. Volgens mij is dat eigenlijk fictie, net zoals je alle filosofische of natuurwetenschappelijke theorieën fictie zou kunnen noemen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de hele belevenis van de mens fictioneel is, omdat het vanuit één bepaald standpunt belicht wordt.’
‘Anderzijds zou je kunnen zeggen dat poëzie literaire non-fictie is. Want ik wil graag geloven dat een gedicht een uiting is van een heel specifieke emotie of ervaring van de poëet, die het zo universeel weet neer te schrijven dat het ieder van ons kan raken. Dus in die zin is de impuls waaruit het geschreven is non-fictie en de manier waarop het geschreven is literair. Maar dat zal wel niet kloppen, want natuurlijk is die poëet ook heel slim en slaagt hij erin poëzie te schrijven over dingen die hij helemaal niet heeft meegemaakt, gewoon omdat hij beseft dat die emotie is iets wat veel mensen zullen herkennen. En toch hoop ik altijd dat dat niet zo is.’
‘Helaas is heel veel non-fictie heel droog geschreven. Terwijl het levensbelangrijk is dat het een verhaal blijft. Want luisteren naar een verhaal appelleert aan andere instincten dan die van de ratio en daardoor kan het je dieper raken. Daarom is dit zo’n geweldig boek: Bill Bryson is gewoon een fantastisch goeie verteller.’
–
DE AUTEUR: gaf zijn universitaire studie halfweg op om maandenlang met de rugzak door Europa te zwerven. Begon zijn carrière als auteur van reisverhalen, maar boog zich daarna met evenveel enthousiasme over alle mogelijke takken van de wetenschap en de taalkunde.
HET BOEK: alles waarvan u nooit besefte dat u het wou weten over de wereld, maar nu blij bent dat het u verteld wordt
VERSCHENEN IN: 2004
BILL BRYSON, Een kleine geschiedenis van bijna alles – Atlas, 512 p.’s, 24,90€
Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient. Gilles De Schrijver is theatermaker en acteur. Hij ruilde zijn rolstoel uit Hasta la vista in voor de explosieve theatervoorstelling Chicks for money and nothing for free – nog op tournee tot eind mei. In het najaar is hij weer te zien in de crimi Code37.