Jamal Ouarachi schrijft Philip Roth #Briefgeheim #dsletteren
DSLetteren, 17/07/2015 –
Beste Philip Roth,
Het is nu tweeënhalf jaar geleden dat je met veel aplomb het einde van je schrijverscarrière wereldkundig maakte. Je schreef een oeuvre met een meesterwerkdichtheid die zelden vertoond is. Toegegeven, die laatste paar kortere romans, novelles eigenlijk, haalden het niet bij de majestueuze boeken die je in de jaren negentig zo ongeveer om de twee jaar de wereld inzond. Misschien lag dat aan de ouderdom. Toch viel er nog genoeg te genieten.
Bovendien, voor ouder worden hoeft niemand zich te schamen. En toch heb ik het idee dat jouw pensioen een dekmantel is voor ouderdomsangst. Geen al te beste dekmantel, want je argumentatie deugt niet. Aan interviewers liet je in november 2012 trots het Post-it-briefje zien dat sinds de voltooiing van je laatste boek op je computermonitor geplakt zat: ‘The struggle with writing is over.’
Philip! Wat is dát nou?
Ik heb er geen probleem mee als auteurs het schrijverschap een beetje mythologiseren of als ze koketteren met artistieke eigenzinnigheid. Prima. Maar ik ben allergisch voor gejammer over de beproevingen van de schrijverij. Stel je niet aan. Je vader verkocht verzekeringspremies van deur tot deur. Hij zal heus weleens geklaagd hebben over zijn werk, maar het een ‘struggle’ noemen? Kom op, zeg. Dat is voor mietjes.
Ik misgun je je pensioen niet, maar schrijven is geen kantoorbaan met een bijeen gepolderde cao. Het is een manier van leven. Al die jaren heb jij elk aspect van het menselijk bestaan onderzocht, van de vroegste jeugd tot de eerste tekenen van de ouderdom. En hoewel je favoriete alter ego Nathan Zuckerman in de laatste paar boeken die je over hem schreef, incontinent en impotent was, heb je de echte aftakeling, de geestelijke, nooit echt aangedurfd. Wel die van je vader (in Patrimony), niet die van jezelf. En dat is een gemiste kans, want als iemand dat proces in al z’n ontluisterende eerlijkheid kan blootleggen, ben jij het.
Misschien ben je bang de lezers teleur te stellen, zoals er heel wat lezers teleurgesteld waren over de postume publicatie van J.D. Salingers Drie vroege verhalen. Kom niet aan een voltooid oeuvre!
Ik vind dat onzin. Wie van literatuur houdt, schrikt niet van rafelrandjes. Dus laat maar zien, die aftakeling: hoe de Alzheimer de grammatica wegvreet en het vocabulaire woord voor woord uitroeit. Het zal niet fraai zijn, maar jij, Philip, hebt nooit geschreven om te behagen. Jouw Alexander Portnoy was Holden Caulfield met zaadvlekken op z’n lakens. Waar brave schrijvers hun lezers een sentimenteel brokje in de keel bezorgden, liet jij je lezers braken van verontwaardiging en afschuw. De mens volgens Roth is geen fraai dier.
Wees gerust, ik zal je niet vragen of je ‘nog eens zo’n boek als Sabbath’s Theatre wil schrijven’. Op herhalingsoefeningen zit niemand te wachten. Maar ik vraag je wel de strijdbijl weer op te graven en te sterven in het harnas. Schrijven zul je. Tot je er dood bij neervalt.
So. Now vee may perhaps to begin. Yes?
Liefs van je persoonlijke Dr. Spielvogel,
Jamal Ouariachi