Koleka Putuma #poeziekrant
Poëziekrant, september 2020 — Samen met Johanna Pas interviewde ik de Zuid-Afrikaanse dichteres Koleka Putuma, naar aanleiding van de Nederlandse vertaling (Ludo Abicht) van haar dichtbundel Collective Amnesia.
“Het is geen woede, het is een oproep tot dialoog”
Koleka Putuma over Collective Amnesia
Johanna Pas & Gaea Schoeters
Met haar debuut veroverde Putuma niet alleen een plaats in de Zuid-Afrikaans literaire wereld maar ook in Europa. Want hoewel ze eerst en vooral een spoken word-dichter is, en hoewel haar werk sterk geworteld is in de Zuid-Afrikaanse werkelijkheid, toch spreken haar gedichten ook vanaf het papier lezers over de hele wereld aan.
Van de Zuid-Afrikaanse dichter Koleka Putuma (1993) verschijnt binnenkort bij Poëziecentrum de bundel “Collectief geheugenverlies” (juiste titel?). De bundel verscheen in 2017 bij de kleine onafhankelijke uitgeverij uHlanga, die als slogan “Poetry for the people” heeft. Dat is de poëzie van Putuma ook, en dat verklaart misschien waarom de bundel zo resoneert over de hele wereld en werd vertaald in het Duits, Deens, Spaans, en nu ook in het Nederlands.
Putuma is een echte podiumdichter en als je haar werk ten volle wil ervaren, kan je haar het best ook beluisteren, ook al kan dat nu alleen online. Haar teksten komen binnen op een directe manier, als muziek. Het is de poëzie van de podia. Toch is haar debuutbundel Collective Amnesia ook heel duidelijk een tekst op papier, een helder opgebouwde bundel waarin ze verschillende registers combineert, traditie en vernieuwing met elkaar in dialoog laat gaan en haar verzet tegen het vergeten, het zwijgen, van het papier laat spatten.
Ze behoort tot de generatie dichters voor wie poëzie geen vorm van vermaak is voor een kleine elite, maar een vorm van politiek die zich afspeelt in de publieke ruimte, in een taal die mensen direct kan raken.
In de drie delen van de bundel (Inherited Memory, Buried Memory, Postmemory) analyseert Putuma zowel haar eigen pijn en trauma’s als die van haar land, dat nog steeds worstelt met de gevolgen van het apartheidsregime en het collectieve geheugenverlies dat daarop volgde.
Heb je het gevoel dat je moet beantwoorden aan de verwachtingen van zowel het zwarte als het witte publiek, of de stem van een beweging moet zijn? Hoe bewaar je het evenwicht tussen je persoonlijke zoektocht en je politieke engagement?
“Ik denk dat het belangrijk is om toe te geven dat je het niet weet. Ik heb er geen controle over of mensen mij de woordvoerder maken van iets. Want als je de enige bent in een ruimte dan wordt algauw van je verwacht dat je het antwoord in pacht hebt van de hele groep die je “vertegenwoordigt”, of de gemeenschap waar je uit komt. Maar er schuilt een zekere kracht in als je het vermogen om te onderzoeken en om bij te leren terug in de handen van het publiek legt. Ik benadruk dan altijd dat ik een onmetelijk en complex individu ben, waarvan de kennis en het activisme niet altijd beperkt is tot spreken over racisme en politieke issues.”
“Ik schrijf ook liefdesgedichten,” zegt ze in een interview met Alfred Schaffer.
Dat klopt. De liefde – in al haar schoonheid én al haar grimmigheid – is sterk aanwezig in de bundel, maar in het gedicht “1994: a love poem” blijkt hoe sterk liefde en politiek voor Putuma met elkaar verweven zijn.
I want someone who is going to look at me
and love me
the way that white people look at
and love
Mandela.
…
A TRC* kind of lover.
(*Truth and Reconciliation Commission)
Collective Amnesia verscheen in 2017. Nu, drie jaar later, interviewen we Koleka Putuma naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van haar bundel. Maar waar de tekst op het papier hetzelfde is gebleven, blijkt de tijd niet te hebben stilgestaan voor de dichter. Haar thema’s zijn dezelfde, maar daarbinnen is een verschuiving gebeurd.
publishing (v): a middle finger to the erasure and silencing of womxn like me.
fragment uit “Teachings”
Wanneer ontdekte je de poëzie?
“Ik begon te schrijven op mijn veertiende. Voor een schoolopdracht moesten we een educatieve raptekst, een gedicht of een liedtekst schrijven over onthouding en veilig vrijen. Ik koos voor een raptekst. Rond mijn zestiende ontdekte ik dat ik ook gedichten en toneelstukken kon schrijven. Ik had het geluk dat ik op school leerkrachten had die mijn nieuwsgierigheid naar schrijven herkenden en me stimuleerden om er iets mee te doen. Zoals deelnemen aan wedstrijden of voordragen tijdens schoolvoorstellingen. Ze voedden mijn leergierigheid en cultiveerden mijn verlangen om me te uiten met woorden en verhalen. Daardoor werd het meer dan een hobby.”
Hoe belangrijk is het voor je om poëzie te schrijven die mensen op een directe manier aanspreekt?
“Ik kom uit de slam poetry, de vrije podia. Daarin wordt poëzie niet gezien als hoogdravend en academisch, iets waarvan alleen kenners de betekenis kunnen begrijpen. Deze scene leerde me twee dingen: dat je poëzie zo kan brengen dat je de taal en de tekst anders begrijpt dan tijdens het lezen of schrijven; en dat poëzie iedereen toebehoort.
Gedichten zullen altijd hun “tribe”, hun publiek vinden, bepaalde mensen aanspreken. Helaas zien velen poëzie nog steeds als iets onbegrijpelijks; dat komt volgens mij grotendeels door de manier waarop we er op school over leren. Daar ontwikkelen we een allergie voor poëzie en een sceptische houding tegenover poëzie-optredens. Pas als we een dichter poëzie totaal anders horen brengen, verandert dat, en zien we plots wat poëzie is en kan zijn; dat je er gewoon voor moet openstaan en niet per se slim of hoogopgeleid hoeft te zijn.”
Het liefst perform je je teksten. Hoe voelt het om je gedichten als tekst op papier los te laten op de wereld?
“Dat is het mooie aan tekst en woorden, dat ze zelf hun weg kunnen vinden naar de uithoeken van de wereld, zonder dat ik erbij ben. Hoe verder de woorden reizen, hoe beter, vind ik. Ik vind het heerlijk dat ik via verhalen contact kan maken met mensen en een impact kan hebben op de wereld zonder daarbij aanwezig te zijn.
En er is een vorm van onsterfelijkheid aan verbonden, denk ik graag.”
In Collective Amnesia komen drie grote thema’s aan bod: vrouw (of “womxn”) zijn, racisme en queer zijn. Niet stuk voor stuk maar allemaal samen zitten deze thema’s verweven in de teksten.
Ook religie is nooit veraf; de teksten zitten vol bijbelse verwijzingen.
Wat betekent religie voor jou?
“Religie is voor mij een heel persoonlijke zoektocht, waar ik liever niet over praat. Maar de bijbel en de christelijke leer waren wel mijn eerste kennismaking met poëzie en verhalen, metaforen. En een preek is ook een performance, een manier om verhalen te delen met een publiek en hen te raken. Maar deze bundel is geen preek, veeleer een gesprek, waarbij het Schrift een van de talen is om poëzie mee te maken.”
En met die poëzie doorbreekt Putuma op een grandioze en ongecensureerde manier het zwijgen over de drie thema’s die haar het meest raken: geweld tegen vrouwen, geweld tegen lesbiennes, racisme. De samenleving waarin ze opgroeit is ervan doordrongen. Als dichter en theatermaker weigert ze nog langer mee te werken aan een cultuur van zwijgen, aan het collectieve geheugenverlies.
Ze gaat met haar werk de confrontatie aan, maar zoekt tegelijkertijd woorden van verzoening en bouwt bruggen tussen gemeenschappen. Dat lijkt niet op een zachte manier te kunnen. De etterende wonden moeten eerst open gemaakt worden om tot genezing te komen. Als dat ooit mogelijk is.
you will say that this is not a poem
and I will say that you are right:
it is not.
it is a lifeline.
every name
is a gospel shut up in my bones.
every name
chants
Black girl –
Live!
Live!
Live!
fragment uit “Lifeline”, na een opsomming van vrouwennamen
In enkele gedichten in de bundel en in het dankwoord verwijst Putuma naar de vrouwen die haar zijn voorgegaan. Het zijn lange lijsten, want, zegt ze “het noemen van de namen is belangrijk, om zichtbaar te maken wie me voorging en om te benoemen wie mij mogelijk maakten”.
Hoe belangrijk waren deze rolmodellen voor jou om je eigen weg te vinden?
“De vrouwen die ik vermeld in mijn dankwoord en in “Lifeline” hielpen me mijn eigen identiteit te vormen en te begrijpen. Bij het lezen over hun leven, werk en carrière, ontdek ik weer andere denkers, activisten, vrouwen, pioniers… die dan weer verder leiden naar anderen. Die ketting is een bron van kennis die me helpt bij mijn eigen zoektocht en ontwikkeling. Toen mijn debuut verscheen, was het belangrijk voor me om de namen te noemen van de vrouwen die hebben bijgedragen aan mijn manier van schrijven en denken, en aan mijn identiteit.”
In de oorspronkelijke tekst staat consequent womxn, met een x in plaats van een a of een e. Waarom vond je het belangrijk om deze spelling te gebruiken?
“Het woord “womxn” is een schrijfwijze die door sommige feministen werd gebruikt omdat het woord “man” in “woman” vervat zit. Vooral intersectionele feministen wilden het woord voor “vrouw” bovendien inclusiever maken voor trans vrouwen, nonbinaire personen en vrouwen van kleur. Deze schrijfwijze kreeg ondertussen ook kritiek vanuit de trans gemeenschap en wordt om die redenen door velen niet meer gebruikt. De kritiek was onder meer dat de term gecreëerd is door cis vrouwen die in de plaats van trans vrouwen spraken en het feit dat het woord “man” niet op dezelfde manier intersectioneel is gemaakt.
Toen Collective Amnesia verscheen, had “womxn” voor mij de eerste betekenis of inhoud, maar sindsdien ben ik kritischer geworden over het gebruik ervan.
Wel moet ik zeggen dat het woord “womxn”, toen het in zwang was, ons bewust heeft gemaakt van het belang van taal met betrekking tot gender, en hoe onze bewoordingen zelf een vorm van geweld kunnen zijn en een manier om mensen als “de ander” weg te zetten.
Dat is volgens mij de macht van taal, van woorden in het algemeen. Ze brengen een dialoog op gang en zetten ons aan om kritisch na te denken over hoe inclusief taal is: wie we toelaten en wie we uitsluiten of verder het zwijgen opleggen. Het blijft dus belangrijk om alternatieve termen of spellingswijzen te creëren ten behoeve van mensen waarvan we denken dat ze bondgenoten of onze solidariteit kunnen gebruiken.”
They mock us
for not being able to throw ourselves into something that was instrumental
in trying to execute our extinction.
For you, the ocean is for surfboards, boats and tans
and all the cool stuff you do under there in your bathing suits and goggles.
But we,
we have come to be baptized here.
We have come to stir the other world here.
We have come to cleanse ourselves here.
We have come to connect our living to the dead here.
Our respect for water is what you have termed fear.
The audacity to trade and murder us over water
then mock us for being scared of it.
fragment uit “Water”
Collective Amnesia gaat over de dingen die vergeten zijn of niet herinnerd mogen worden. De drie delen hebben als titel “Inherited memory”, “Buried memory”, “Postmemory” . Waarom is het zo belangrijk om niet te vergeten?
“In Zuid-Afrika is de nagedachtenis van Nelson Mandela en zijn oproep tot eenheid en het omarmen van de regenboognatie voor witte mensen een wapen geworden om niet te moeten nadenken over wat het betekent om wit te zijn, witte privileges te hebben; om niet te moeten nadenken hoe witte mensen structureel profiteerden – en nog steeds profiteren – van de apartheid en het kolonialisme.
Mandela’s nagedachtenis wordt gebruikt om zwarte mensen te indoctrineren en te doen vergeten. Of om hen op zo’n manier te manipuleren dat ze eenheid nastreven zonder zich echt te verdiepen in de manieren waarop Zuid-Afrika nog steeds de meest ongelijke samenleving ter wereld is. “Apartheid behoort tot het verleden. We moeten het vergeten en naar de toekomst kijken,” is een uitspraak die witte mensen gebruiken om de ongemakkelijke waarheid over ons land niet onder ogen te hoeven zien.
Het is belangrijk om de herinnering levend te houden, zodat we niet vergeten waar we vandaan komen en welke prijs we hebben betaald om te komen waar we nu zijn. Maar ook om ons eraan te herinneren welke weg we nog moeten afleggen om werkelijke vrijheid te creëren voor iedereen.”
Je gedicht “Water”, dat ook opgenomen is in de bundel, lokt sterke reacties uit, zowel positieve als negatieve. TEDxStellenbosch wilde in 2015 je voordracht van het gedicht niet online zetten. Komt het door de woede die in het gedicht zit?
“Er zit geen woede in. Het gedicht is een oproep tot dialoog en gesprek. Als zwarte schrijvers en vrouwen praten of schrijven over ongemakkelijke en moeilijke onderwerpen, wordt dat vaak geassocieerd met “woede”. Ik vind dat problematisch. Er zitten zoveel clichés aan vast.
In deze tekst zitten heel uiteenlopende emoties verweven, maar woede zit daar niet bij.”
Coming home
This one time,
in your office,
spread reckless across your deadlines,
we made love like we were being chased by wolves,
like the wolves were on your desk with us,
like the wolves were in our hands,
circling around our clits
and dripping down our legs.
Like the wolves were in our mouths,
devouring all flesh and bone.
I didn’t know how wild I could be until you touched me.
I didn’t know coming could be an act of survival too.
“Coming home” is een prachtig liefdesgedicht. Is liefde en seksualiteit een manier om te ontsnappen, een manier om op adem te komen?
“Liefde is gewoon een deel van het geheel van ervaringen, het maakt deel uit van het leven.”
In “No Easter Sunday for queers” schrijf je over je innerlijke strijd met je queerness. Je hebt dit gedicht ook verwerkt in een theaterstuk. Hoe belangrijk is deze tekst voor jou?
“Ik zou het geen innerlijke strijd noemen. Het gedicht gaat onder meer over het vinden van een evenwicht tussen je seksualiteit en een omgeving die queers of de queer gemeenschap verwerpt dan wel omarmt.
Het was belangrijk voor me om van dit gedicht een toneelstuk te maken waarin het verhaal ruimer werd dan dat van mij alleen.
Geweld tegen de lgbtqi-gemeenschap en de moord op lgbtqi’s is een groot probleem in Zuid-Afrika. De statistieken van haatmisdrijven zijn buitensporig hoog en de meeste misdrijven komen niet eens in de statistieken terecht, laat staan dat ze worden berecht.
Met het toneelstuk wil ik de complexiteit van haatmisdrijven en discriminatie belichten. Die ontstaan namelijk vaak binnen onze meest intieme kring (onze familie en onze geloofsgemeenschap). Ik wil ook laten zien hoe de samenleving als geheel queers vervolgt, en dat ze vaak juist gevaar lopen op plekken die zogenaamd heilig of veilig zijn.
Het toneelstuk richt zich tot de kerk, de religieuze gemeenschappen en die intieme kring met de vraag om hun medeplichtigheid aan deze haat en vervolging te onderzoeken.”
Denk je dat kunst de wereld kan veranderen?
“Kunst heeft de wereld al veranderd. En zal dat blijven doen.”