Olifantenkermis #Motorrijder

Journaliste en schrijfster Gaea Schoeters reisde samen met grafisch vormgeefster en fotografe Trui Hanoulle (aka #de-ex) in zeven maanden tijd door vijftien (moslim)landen en rijdt nu samen met #hetlief on & off-road door andere stukjes van de wereld. Vorige maand reisde ze samen met Trui door Oost-Europa.

Olifantenkermis

Niet alleen de wereldeconomie heeft last van een onstuitbaar geloof in groei; het ‘More Is Better’-virus houdt ook de motorwereld in zijn greep. Ik was nog aan het verteren dat BMW & KTM de cilinderinhoud van de GS en de Adventure alweer bijgepompt hadden, en de volgende steroïdenscheut komt er al aan: KTM stelt trots de Super Adventure 1290 voor. ‘Meer kracht, meer koppel.’ BMW houdt het bij de R 1200 GS op ‘verbeteren wat er is’ (al weet ik niet of ik vloeistofkoeling zo’n plus vind), Ducati maakte van de Multistrada Granturismo, ook al een 1200, een motor waarop je even makkelijk kan zappen als op je tv: switchen tussen de Enduro, Urban, Touring & Sport instelling levert niet langer alleen een verschillend motorvermogen op, ook de vering en de ABS passen zich aan per gekozen standje. Leuk speelgoed, daar niet van. Alleen moeten we misschien ophouden deze uitgebouwde zeiljachten reisenduro’s te noemen.

Lees er de KTM-pagina maar eens op na: in zowat alle reacties op de nieuwe 1290 wordt vooral gezucht. En gesmeekt. Om een kleinere reisenduro. Een lichtere 990. Of een 690. Misschien zelfs een 390. Misschien, suggereerde Walter Colebatch, een van de bezielers van Sibersky Extreme, moeten we KTM maar eens herinneren aan het vergeten marktsegment. Want steeds meer motorrijders wagen zich aan avontuurlijke overlandreizen, en wat ben je met al die kracht en al dat koppel als je je te zware motor uit het slijk moet tillen?

Ja, er wordt gereisd met die bakbeesten. Op behoorlijk uitdagende wegen. Soms zelf helemaal naast de wegen. Het kan. Alles kan; ik ben een grote fan van het motto any bike, anywhere. Je kan zelfs met een chopper door het zand klieven; ik heb het gedaan, en het was lachen. Maar als ik mijn ideale reismotor bij elkaar mag dromen, ziet die er toch een tikje anders uit. Niet met vier rijstandjes, maar met zo weinig mogelijk elektronica, om maar iets te zeggen.

Ik ben net terug uit Oost-Europa. Niet eens zo ver weg, niet eens zo exotisch. Midden in de Theth-vallei, in hartje Albanië, gaf Trui’s motor plots geen kik meer. Piepedood. Alleen nog een klikje bij het starten. Een geluk bij een ongeluk: we stonden voor de deur van de enige mecanicien in het dorp. Zodra hij ons zijn generator had getoond, zelf gebouwd uit onderdelen van betonmolens en ander gemotoriseerd drijfhout, vertrouwden we hem blind de Beemer toe. Vijsje los hier, testje daar, en na een kwartier concludeerde hij dat de startmotor had het begeven. Dus demonteerde hij die, stuurde ons ermee naar de dichtstbijzijnde stad (nou ja, dicht, op drie uur pisterijden met Trui achterop mijn DR), waar ze de kooltjes vervingen door die uit een oude auto, en hup, het ding draaide weer als een tierelier. Want het slachtoffer was een R80 G/S van 28 jaar oud. Een oertijdmotor. Geen Multistrada met vier elektronisch aangestuurde standjes. Hoe handig onze redder ook was, ik denk niet dat hij iets had kunnen doen aan een op hol geslagen chip. In the middle of nowhere heb je niet zoveel aan een zapfunctie tussen vier rijstijlen; als ik meer controle nodig heb, steek ik wel een ander tandwiel.

Soms lijkt het wel alsof de ontwerpers van die hoogtechnologische enduro-olifanten vergeten zijn wat avontuurlijk reizen echt is. Welk terrein die beesten doorploegen. Hoe garages er buiten Europa uitzien. En dat je al blij mag zijn als je om de 10.000 km een oliewissel kan doen. Ik weet het wel, veel van die motoren zien nooit zand, maar voor sommigen is adventure geen look, maar een realiteit. Voor hardcore-overlanders maakt geen enkel merk nog een motor. Die schuimen noodgedwongen de tweedehandsmarkt af naar DR’s en XT’s. Wie groot en sterk genoeg is, kan ook nog kiezen voor een Transalp of Ténéré. Of een oude BMW.  Hallo! Wij zijn ook een marktsegment!

Want eigenlijk wil ik best investeren in een nieuwe motor, als ik voor een paar duizend kilometer de hort opga. Zodat slijtagepannes, zoals die startmotor, ons bespaard blijven. Dus mag ik dan nu mijn bestelling plaatsen? De ideale reismotor is licht genoeg om hem alleen op te tillen, ook als vrouw, heeft een ijzersterke, maar makkelijk aanpasbare vering, een verstelbare zadelhoogte, voldoende pk (maar meer dan 60 is echt nergens voor nodig), een geveerd kofferrek (zodat het niet op elke steenpiste afbreekt), een groot oliecarter met een goeie bashplate, is niet te veeleisend qua onderhoud (een KTM Freeride heeft elk halfuur een knuffel nodig), kan tubed & tubeless rijden, slikt zonder morren benzine met een laag octaangehalte, en smeert zijn eigen ketting. En doe maar luchtgekoeld, dan kan de koeling al niet stukgaan. Verder ook graag een grote tank (of een laag verbruik), verwarmde handvaten, windbescherming, een batterij (of een standaard zonnepaneeltje) met genoeg power om je gps, je iPad en je fototoestel op te laden, maar voor de zekerheid naast de elektrische starter toch ook een kickstarter, een zijstandaard aan elke kant, valbeugels die niet alleen de motor maar ook je benen beschermen, een zadel dat net iets poepvriendelijker is dan die houten plankjes van nu, twee extreem luide toeters, een felle, gele koplamp en zichtbare pinkers, en een ventieltje waarmee je compressor-gewijs lekke of half-afgelaten banden en je luchtbed kan opblazen (zoals met het bougie-gat van een boxermotor). Een laaggeplaatste opbergplaats voor sleutelmateriaal & bandenlichters zou ook niet gek zijn, net als een stevig slot dat standaard aan de motor vastzit. En alsjeblieft: zo weinig mogelijk elektronica. Maar als jullie er toch graag een gadget op willen monteren, doe dan maar zo’n campingspiraaltje dat heet wordt tijdens het rijden, zodat je als je stopt meteen water kan koken om koffie te zetten. Dank.

Het stuk zoals het verschenen is kan je hier nalezen.