De Griekse kloostercel van Per Nilsson

DSL – 07/06/2013 ‘Een Magisch Object dat me helpt als ik vastzit, heb ik helaas niet. Wat ik wel heb, is een Plaats: een kamer in een huis in Kavala, in het Noorden van Griekenland. Daar ga ik elk jaar een paar weken heen, en schrijf ik meer, en vooral ook met meer plezier, dan de rest van het jaar.’
‘De kamer zelf is klein, een beetje zoals een kloostercel. Ik heb er een bed, een tafel en de stoel waarop ik zit. Er is ook water, zodat je gezicht kan wassen en je tanden kan poetsen, en een kast om kleren in op te hangen,  meer niet.’
‘Het huis zelf staat boven op een heuvel; het was ooit een tabaksfabriekje. Nu is het van het Zweedse Instituut, dat er schrijvers en kunstenaars in onderbrengt. Meteen de eerste keer dat ik er kwam, voelde ik dat dit voor mij een goede plek was.’

MAGIE
‘Ik schrijf er makkelijk twaalf uur per dag. Daarna ga ik wandelen, of zwemmen. En tijdens het wandelen krijg ik nieuwe ideeën, en de dag erna schrijf ik weer twaalf uur. En de hele tijd zit mijn hoofd vol met niets anders dan het verhaal dat ik aan het schrijven ben.’
‘Ik heb al vaak nagedacht over waarom het schrijven daar zoveel makkelijker gaat, maar ik kan er de vinger niet op leggen. Misschien wil ik dat ook niet analyseren, omdat ik daar niet aan wil raken, maar gewoon dankbaar wil zijn, ervan genieten, die kracht gebruiken. En niet speculeren over waarom of wat. Het moet niet verklaard worden, het is bijna iets Heiligs, iets Magisch, en als je er teveel over nadenkt, zou je het kunnen verliezen. ’
‘De flow heeft iets te maken met energie, met de vreugde van het creëren. En met hoe je jezelf ziet – ik weet alleen dat als ik daar ben, en in die kamer zit, ik altijd weer die energie krijg en die vreugde voel. Dat heb ik thuis niet altijd.’

SCHRIJVER
‘Misschien komt het doordat het een moment is waarop ik echt schrijver ben; sommigen onder ons schrijven altijd, maar velen hebben periodes waarin we dat niet doen. Omdat we op podia staan bijvoorbeeld. Of omdat er van die dagen zijn waarop je eerder het gevoel hebt dat je gepensioneerd bent en je gewoon wat rondwandelt of kookt; dagen waarop je je niet echt een kunstenaar of een schrijver voelt, maar iemand die niks te doen heeft. In Kavala heb ik de hele tijd sterk het gevoel dat ik een auteur ben. Dat helpt.’
‘Al voor ik er heen ga, weet ik precies wat ik daar ga doen. Ik vertrek met een welomlijnd idee dat ik daar wil uitschrijven, en eenmaal daar komt de flow vanzelf op gang. Maar elk jaar weer ben ik bang dat het niet gaat lukken, dat de magie niet gaat werken, dat ze weg zal zijn.’

ANGST
‘Die angst wordt ook steeds groter. Angst dat ik alles geschreven heb wat ik te zeggen heb, angst om geen verhalen meer te vinden, of om mijn taal te verliezen. Ik denk dat veel schrijvers dat hebben, dat er maar weinigen zijn die zeker weten dat ze heel hun leven ideeën en taal gaan hebben. De meesten onder ons vrezen het moment waarop het op zal zijn; dat is een gevoel waar je tegen moet vechten, en waar ik elke dag tegen vecht.’
‘Je zou kunnen denken dat je als schrijver of kunstenaar steeds beter wordt, omdat je skills toenemen, maar zo makkelijk is het niet voor mij; je verliest ook iets. Dapperheid. En je kijkt meer en meer naar je publiek, misschien luister je zelfs meer naar de critici; allemaal storende en verontrustende dingen die in de weg staan tijdens het schrijven.’

STEM
‘Vroeger vond ik schrijven veel makkelijker, ik had veel meer vertrouwen in mezelf. Naarmate je meer schrijft wordt het moeilijker; hoe duidelijker je eigen stem is, hoe groter de vrees ze te verliezen. Bij je eerste boek haal je je kracht uit je nieuwsgierigheid, je leert schrijven, je ontwikkelt je taal en je manier om een verhaal te vertellen, met alle trucs en methodes die daarbij horen. Daarna worden veel schrijvers steeds gesofistikeerder in hun manier van vertellen, maar vaak hebben ze geen verhalen meer.’
‘Zelf probeer ik mezelf altijd weer opnieuw uit te vinden, dingen te doen die ik nog nooit gedaan heb, want er ook altijd de angst dat je telkens weer hetzelfde boek aan het schrijven bent. Als ik voel dat ik iets nieuws aan het doen ben, dan ben ik erg gelukkig.’
‘Soms is het ook een kwestie van wachten. Zo is er een roman waar ik al jaren aan bezig ben, en waarvan ik de vorm nog steeds niet te pakken heb. Maar ik weet dat ik hem uiteindelijk zal vinden, dus ik schrijf gewoon af en toe een paar bladzijden, laat ze liggen, keer terug en verander ze weer.  En op een dag zal hij klaar zijn in mijn hoofd, en dan, wellicht in Griekenland, schrijf ik hem gewoon neer.’

Het stuk zoals het is verschenen, kan je hier nalezen.