Quarantaine in niemandsland #DSReizen
01/06/2020, DSReizen — Op geen tijd legde corona de wereld stil: landen gingen in lockdown, burgers moesten in quarantaine, grenzen werden gesloten. Wie in het buitenland zat, werd gerepatrieerd, sloeg toiletpapier in en zette zich schrap om de pandemie uit te zitten. Maar voor overlandreizigers en andere globetrotters is terugkeren vaak niet zo simpel.
Eglé Gerulaitytė beseft nog steeds niet helemaal wat haar overkomen is. Na zeven jaar solo door de wereld zwerven, is ze plots thuis. Of toch in haar thuisland, want op de keper beschouwd is ze dakloos; een vast adres heeft ze al jaren niet meer. Eigenlijk reist ze al sinds haar twaalfde: ze kreeg haar ouders zover dat ze haar elke vakantie op reis stuurden in plaats van haar cadeaus te geven. In 2013 kocht ze haar eerste motor in een Peruviaanse wasmachinewinkel. Ze werkte een tijdje als motorreisgids, werd rally chaser en daarna rally racer. Intussen leeft ze van haar reisverhalen: “Mijn naam was het grootste struikelblok. Freelancen werkt prima als je Jenny Williams heet, maar nu is het van “EGLĖ GERULAITYTĖ!? What the f*** is that?! A Nigerian scam?” De coronacrisis overviel haar in Spanje, waar ze, op weg naar Afrika, een tussenstop gemaakt voor de Hispania Rally. “We hadden net met 300 man een rally gereden en we zaten met z’n allen gezellig op café, toen een vriendin met belde en zei: “Dude, you gotta get out now!” Op het vliegveld in Malaga was alles nog normaal, maar in Vilnius werden we opgewacht door mannetjes in hazmat-pakken en moesten we in quarantaine. Het leek wel een zombie apocalyps!” Eglė werd ondergebracht in een hotel waar verder niemand was, zelfs geen personeel. “Ik voelde me bijna een spook. Niemand mocht me zien, ik mocht nergens heen; mijn vader opzoeken was al helemaal uitgesloten. Ik voelde me opgesloten, gevangen gezet. Tot ik dacht: komop. Je zit op hotel. Je hebt eten en geld en je motor is veilig. Je hebt geluk! Maar wat met die andere reizigers, die god-weet-waar zitten?” En dus begon ze te chatten, appen en videobellen met bevriende overlanders, groepeerde hulpvragen, bracht mensen met elkaar in contact. Rijders werden opgevist, kregen eten, onderdak en logistieke hulp. De organisator van Hellas Rally bood alle overlandreizigers in Griekenland logement aan, in Spanje zetten motards hun deuren open voor gestrande pechvogels, van Thailand tot Peru, van Schotland en Australië tot Uganda, overal beantwoordden motorrijders de roep om hulp. Eglé verzamelde hun verhalen in The Quarantine Diaries; daar pikten mijn reismaatje Trui Hanoulle en ik hun spoor op.
Voor overlandreizigers is het oplossen van onverwachte problemen een tweede natuur: ‘voorbereid zijn op het ergste en hopen op het beste’ is veelal hun motto. Zelf had ik, bij het begin van de quarantaine, ook meteen teruggegrepen naar mijn ‘wereldreizigerstraining’: ik probeerde de lockdown te bekijken als een grensovergang, en de quarantaine als een nieuw land met andere spelregels. Hier valt dat reuze mee: afstand houden, analoog contact door digitaal vervangen, en in je kot blijven. Maar wat als je thuis je motor, je koffers en de wijde horizon zijn?
“De laatste weken waren geweldig stresserend,” vertelt Zofia Radzikowska. “Reizen brengt altijd veel onzekerheid met zich mee, daar hebben we mee leren leven, dat vinden we zelfs leuk, maar normaal gezien los je die problemen wel op in een wereld die normaal functioneert. Nu draait de hele wereld zot; niets is meer normaal. Dat is andere koek.” Nochtans is Zofia wel wat gewend: ze reist al drie jaar door Azië, veelal solo, soms together apart met Roman, die ze onderweg leerde kennen. Toen Iran vorig jaar de grenzen sloot voor zware motorfietsen, maakte ze de douane zonder blikken of blozen wijs dat haar dikke BMW maar 250cc had. Maar tegen een virus kan je niet liegen, dus nu zit ze vast op het Thaïse eiland Koh Chang. De coronacrisis overviel hen in de Cambodjaanse jungle; ze konden nog net naar Thailand terugracen. “Dat was onze grootste bezorgdheid: terugrijden naar een veilig, ontwikkeld land met vriendelijke mensen. Waarom zouden we naar huis gaan? Onze familie en vrienden mogen we toch niet zien. En als ik zie hoe totalitair het er in Polen aan toegaat, ben ik blij dat ik hier zit, en niet thuis. Het hele eiland is weliswaar in quarantaine geplaatst, maar we zitten we wel vast in het paradijs. We hebben een kleine hut op het strand gehuurd, dat we voor ons alleen hebben, want er zijn geen toeristen. Mooier kan eigenlijk niet.”
Maar niet iedereen had zoveel geluk; voor velen dreigde ‘Living the dream’ een nachtmerrie te worden. In Zuid-Amerika kregen veel reizigers visaproblemen: blijven kon niet, uitreizen evenmin. Het ene land spuwde de reizigers uit, maar het volgende liet ze niet binnen. Overal heerste verwarring: geen enkele overheid hield zich bezig met het lot van dit handjevol gemotoriseerde nomaden. Sommigen besloten hun reis af te breken. Maar terugkeren uit verafgelegen gebieden doe je niet met een simpele lijnvlucht, een motor is geen handbagage en de prijzen voor verschepingen schoten meteen de hoogte in.
Wamuyu en Dos Kariuki, die als eerste Afrikaanse koppel rond de wereld willen rijden, kwamen vast te zitten in Nicaragua. “Alles gebeurde zo snel. Op minder dan twee weken waren alle grenzen dicht. Even leek het erop dat alles snel weer open zou gaan, maar dat bleek ijdele hoop. Nu hebben we besloten de motoren te verschepen en terug te keren naar Kenya zodra het luchtruim weer opengaat.” Ook de Pakistaanse Guliafshan Tariq werd in snelheid gepakt. Ze is één van de eerste Pakistaanse vrouwen die solo rond Pakistan reed en was nu naar Engeland gekomen om daar een half jaar rond te fietsen. Sinds 20 maart zit ze vast in Pitlochry in Schotland, waar ze bij ADV-rijder Kerry Wright logeert. “We kenden elkaar niet, maar zodra de lockdown werd afgekondigd, nodigde ze me uit. Eigenlijk wil ik het liefst naar huis, want ik mis mijn familie, maar alle vliegverkeer naar Pakistan is stilgelegd. Al hoop ik zo mogelijk weer op wereldreis te vertrekken, want deze reis heeft me geleerd dat het leven te kort is om te blijven dromen. Ik reis niet om aan mijn leven te ontsnappen, maar om te zorgen dat het leven mij niet ontsnapt. Jobs vullen je zakken, maar avontuur vult je ziel.”
Brandweerman-ambulancier Adam Eckert ziet de toekomst minder rooskleurig in; hij keerde noodgedwongen met de allerlaatste vlucht terug uit Chili. “Ik vrees dat een pandemie zoals deze onvermijdelijk was, in onze geglobaliseerde wereld. Toch ben ik, zoals velen, verrast door hoe anders de wereld er nu uitziet. De kortzichtigheid waarmee velen in de V.S. op deze pandemie reageren, schokt me: alsof alles binnen een paar maanden weer normaal kan zijn. Covid is vergelijkbaar met de Spaanse griep in 1918, en die epidemie heeft vier jaar aangehouden in een veel minder dichtbevolkte wereld zonder vliegverkeer. Als overlander reizen we natuurlijk veel meer alleen, op onszelf, maar we moeten wel beseffen dat het risico bestaat dat we ongewild deze ziekte naar verafgelegen gebieden brengen; dat wil je niet. Dus terug vertrekken zal niet voor morgen zijn.”
Maar niet iedereen kan of wil de reis waar hij/zij jarenlang voor gespaard heeft zomaar opgeven. Anderen kozen dus een plek uit om ‘het even uit te zingen’. Maar hoelang is ‘even’? En hoe welkom ben je nog, als reiziger, nu iedereen op zijn bubble terugplooit en elke vreemde een mogelijke bron van besmetting is?
Geoff Keys kan ervan meespreken. Hij zwerft al vier jaar door Azië —“Ik wilde de wereld zien voor dementie ervoor zorgt dat ik me mijn reizen niet meer herinner.’—; Covid sneed hem de pas af in Lucknow, in Noord-Indië. “Plots vond ik nergens meer onderdak. Alle hotels stuurden me weg, omdat ik een buitenlander was. Wanhopig zette ik een bericht op de Enfield-pagina, en toen kwam Jay hier me redden: hij liet me een nachtje in zijn benzinestation slapen, en bracht me dan naar het hostel van vrienden. Hier zit ik nu sinds 21 maart. De lockdown is hier strikt en iedereen is bang dat de politie me zal arresteren als ze me zien, dus buiten kan ik niet. Maar volgens mij ben ik hier veiliger dan in Engeland. En sinds kort hebben we, na 40 dagen zonder, ook weer bier!”
Ook Raphaël Erhard, die vanuit Ecuador met zijn hond Chaparro naar Ushaïa gereisd was, kreeg problemen: “Steden en provincies sloten hun grenzen, en reizen in het land werd onmogelijk; ik kon niet blijven kamperen, maar roadblocks maakten het onmogelijk de vriend van Eglé te bereiken die me onderdak wilde geven. Vrienden van me werden zelfs opgepakt omdat ze probeerden het vliegveld van Buenos Aires te bereiken. Paranoïa, xenofobie en de dreigende economische crisis maakt de situatie onhoudbaar. Plots was ik ook de corona-gringo, terwijl ik hier al jaren woon; ik ben teruggevlogen naar Frankrijk.”
Tim en Marisa Notiers, die momenteel door Afrika reizen, beamen het probleem. “We wachten voorlopig even af, hier in Kampala (Oeganda). We hebben een huisje gehuurd en de laatste repatriëringsvlucht laten vertrekken. Dat was eng, maar eigenlijk zitten we hier veiliger dan thuis: er zijn hier nauwelijks besmettingen, en thuis zouden we bij familie moeten logeren, met het risico hen te besmetten. Onze grootste zorg is dat de situatie hier slechter wordt en er veel mensen sterven, en dat de bevolking een zondebok zoekt: dan zijn de mzungus, de blanken, het ideale doelwit. Ze noemen het virus hier nu al ‘mzungu corona’. Laat ons hopen dat mensen, als de grenzen weer opengaan, de toeristen weer graag zien komen en we weer de gastvrijheid kunnne delen die reizen zo bijzonder maakt. De wereld zal het nodig hebben, na een crisis als deze: reizen maakt dingen in je wakker die je nooit vermoed had.”
Dat vindt ook vliegtuigontwerper Caroline Lunnon, die begon te reizen nadat haar man Pete omkwam in een motorongeval: elk avontuur is een eerbetoon aan hun leven samen. Na omzwervingen in Noord-Amerika, Australië en Azië was ze nu neergestreken in Brussel, waar ze een tijdje werkte voor ze in het najaar verder zou reizen naar Zuid-Afrika en Zuid-Amerika. “Dit is een mooie kans om blijvende veranderingen door te voeren. De wereld kan herademen, misschien merken mensen hoe fijn het is, met wat minder vervuiling. En hopelijk beseffen ze wat echt belangrijk is in het leven, zowel wat relaties als materiele zaken betreft, en vergeten ze dat niet als alles weer ‘normaal’ is. Als we weer beginnen te reizen mogen we vooral ook niet vergeten dat er tijd nodig zal zijn voor herstel, niet alleen financieel, want dat het virus in andere landen en culturen een andere impact heeft gehad. Zelfs ik ben nerveus om mijn kamer te verlaten om te gaan winkelen, omdat ik niet weet hoe het ‘daarbuiten’ is; ik kan me voorstellen dat het voor een niet-wereldreiziger nog een pak enger is.”
Ook Kinga Tanajewska vreest dat deze crisis weleens een langdurige impact zou kunnen hebben op overland-reizen. Ze vloog naar huis uit Mozambique in de gedachte dat ze, na een maandje in Polen, gewoon zou kunnen terugvliegen en verderreizen. “Dat kunnen we vergeten. Zelfs als de grenzen weer opengaan, zullen de vooroordelen ons nog jaren parten spelen.” Eglé beaamt dat; ze hoorde soortgelijke verhalen van andere reizigers. “Ik vrees dat er moeilijke tijden aankomen voor ons, reizigers. Een koppel vertelde me hoe ze het dorp uitgejaagd werden in Ethiopië, en Sinje Gottwald, die door Mali racete om het laatste vliegtuig naar huis te halen, werd het benzinestation uitgeschopt omdat ze er Aziatisch uitziet. Ook de nationalistische shit hier in Europa maakt me bang. Want zoals schrijver en filosoof Yuval Harari zegt: zolang een groot deel van de wereldbevolking arm is, zullen we dit soort pandemieën blijven krijgen. Om dit soort toestanden te vermijden, zouden we de grenzen net meer moeten openen in plaats van ze te sluiten. Misschien ligt daar wel een taak voor ons, reizigers: we moeten blijven vertellen dat de wereld niet gevaarlijk is. En mensen elders ook gewoon mensen zijn. Net zoals jij en ik. Reizen gaat om zoveel meer dan instagrams van onze brommer voor een hoge berg: “Watch me and the cool stuff I do.” Deze crisis zou een kans kunnen zijn voor een nieuwe start. Maar zoals mijn Griekse vriend Meletis zei: ‘Klinkt fantastisch, maar mensen hebben een kort geheugen. Zodra dit voorbij is, wordt het weer business as usual.” Ik ben bang dat hij gelijk heeft.”
Het stuk zoals het is verschenen, kan je hier nalezen.