Reinhilde Decleir over ‘Winnie de Poeh’ van A.A.Milne

 
 

DSL – 07/10/2011 – Het Laatste Oordeel

 

‘Nadat ik afgestudeerd was aan Studio Herman Teirlinck, ben ik een tijdje naar Nederland gevlucht. Daar leerde ik Winnie de Poeh kennen; hier toen vrij onbekend, daar, vooral door volwassenen,  gretig gelezen. Ik bewerkte Poeh toen voor theater. En het is me altijd bijgebleven.’

‘Neem nu die scène waarin Poeh op bezoek gaat bij Konijn. Eerst zegt het konijn dat hij er niet is, maar hij antwoordt wel gewoon. En Poeh denkt:  er moet toch iemand thuis zijn, omdat niemand dat onmogelijk had kunnen zeggen. Dus zegt hij: ‘Maar dat was toch Konijns stem?’ En dan dat konijn weer: ‘Ik geloof het niet, want ik bedoelde niet dat het zijn stem zou zijn.’ Dat is toch heerlijk, dat je-m’en-foutisme. Hans Teeuwen, de Nederlandse cabaretier, heeft dat toen gespeeld, dat konijn. Die kerel was echt ook zo: totaal anarchistisch.’

HERSENS

‘In het universum van Poeh heerst absolute verdraagzaamheid. De ene kan dit,  de andere dat en het maakt niet uit wie wat. Knorretje weet meer dan Poeh, omdat hij kleiner is, en dus onopgemerkt mee kan naar school in de broekzak van Christopher Robin. Wacht, hier: Soms komt hij er even uit en kijkt dan diep in de inktpot, zo komt het dat hij een betere opvoeding krijgt dan Poeh. Maar Poeh trekt zich daar niets van aan; de een heeft hersens en de andere niet.’

‘De evidentie waarmee dat wordt bekeken, is prachtig. Misschien omdat het mij doet denken aan mijn werk bij Tutti Fratelli. Binnen onze groep heeft ook niet iedereen evenveel hersens meegekregen. Of evenveel kansen. Door de generatiearmoede: als ouders het niet noodzakelijk vinden dat hun kinderen studeren, blijft de geest heel slap. De overheid probeert wel iedereen te laten studeren, maar ik vind het soms beschamend hoe slecht dat lukt. Daarom steek ik er in mijn theater zoveel energie in om mensen te leren lezen.’

‘Poeh zelf heeft een hekel aan lange woorden, die kunnen niet in zijn berenhoofd. Ook daar voel ik verwantschap. Er is onlangs een analyse gemaakt van sociaal-artistiek werk; ik begrijp geen woord van dat boek, terwijl ik het hier gewoon doe. Poeh en zijn vrienden zijn ook doeners, die analyseren niet, tenzij op hun onbevangen manier. Terwijl wij het allemaal veel ingewikkelder maken dan het is. Kijk naar de politiek.’

‘Op een gegeven moment zit Teigetje vast in een boom, er is paniek alom en de beesten vergaderen over een oplossing. Dat doet me denken aan onze politici, maar vergaderen en vergaderen en geen regering vinden. Gelukkig zegt de moeder van Teigetje opeens:  fuck you met al dat vergaderen en ze haalt haar kind gewoon uit de boom. Want het leven is doen! Dat zit allemaal zo schoon in het boek. Het is een bijbeltje voor hoe we zouden moeten leven.’

LUIHEID

‘Ik word hoe langer hoe verliefder op dit boekje, zeker in deze tijd. Alles gaat almaar sneller, en dit is een pleidooi voor traag leven, voor onthaasting. Eigenlijk is het de ontdekkingstocht van een kind dat naar de wereld kijkt en de schoonheid ontdekt, of het niet begrijpen, of het zus en zo, zonder al de dwang die er nu, zelfs in de kleuterscholen, al is.’

‘Poeh is ook een ode aan de luiheid. Als iemand hem zegt dat hij iets zinloos doet, antwoordt hij gewoon: ‘Toen ik eraan begon had ik een reden, maar er is iets tussengekomen.’ Dat is fantastisch, zo denken. Dat zijn wij volwassen helemaal kwijt, maar vanuit het denken van een kind is dat natuurlijk.’

‘Ik merk dat bij de Fratelli’s ook, als ze moeten opruimen is het al na twee minuten gezucht. Dan denk ik: ‘Allez gasten, je hebt nog niks gedaan.’ Maar zo is Poeh ook. En eigenlijk zouden we allemaal meer zo moeten leven, dat zou moeten mogen. Rustig aan doen en van die rare liedjes zingen.’

‘Die beesten helpen elkaar altijd. Of de wil is er toch, zelfs als het niet echt lukt. Volgens mij worden we allemaal zo geboren, met die goodwill, maar verdwijnt dat door alle regelgevingen in onze maatschappij. Dat mag, dat mag niet, de mens verliest zijn vrijheid. We raken steeds verder af van ons zijn.’

KWIET

‘Op het einde zit Christopher Robin samen met Poeh in een open tentje naar de stad te kijken. Daar neemt hij afscheid van de vrijheid van het kind, van dat open denken. Want floep ineens is die wereld voor dat kindje voorbij. En dan komt hij in deze wereld. Hier zou Poeh zeker en vast heel de dag op een snelwegbrug zitten kijken naar die eindeloze files, en bedenken hoe kwiet wij zijn. Want geef toe, dat is toch idioot?’

‘Soms word ik echt opstandig van de wereld zoals hij nu is. Dan denk ik: is dat nu echt allemaal nodig? Ik ben natuurlijk van een andere generatie, ik heb de telefoon nog weten komen in ons huis, ik was er bang van. Gisteren zag ik op een auditie een kindje bellen met een gsm die bijna groter was dan zijzelf. Dan heb ik zin om die af te pakken, want dat is zo’n vreemde wereld die binnenvalt, ik hou er niet van.’

‘Eigenlijk moeten we allemaal weer gaan lezen. Te beginnen met Poeh. Maar ik ben erg bang dat vooral jonge mensen dit onnozel gaan vinden. Dat is nog het ergste. Misschien vinden kinderen het wel belachelijk.’

DE AUTEUR: multi-getalenteerd auteur die in alle genres thuis was. Schreef gedichten en essays, romans en een crimi, maar was vooral een gevierd toneelschrijver. Tot het succes van zijn vier Poeh-boeken al de rest overschaduwde. Of zoals hij ooit zei: ‘I said goodbye to all that in 70,000 words.’

HET BOEK: in oorsprong geschreven voor Milne’s zoon Christopher Robin, maar uitgegroeid tot een ware hype, eerst als kinderboek, dan als leidraad voor onthaastingscursussen. Milne’s weduwe verkocht de rechten op de populaire beer aan Walt Disney, maar de tekenfilmverhalen missen de filosofische ondertoon van het origineel.

VERSCHENEN IN: 1926
A. A. MILNE, Winnie-the-Pooh, decorations by E.H. Shepard. Methuen & Co, Londen,  158 blz.,  6.99€

Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient. Reinhilde Decleir is naast regisseuse en actrice ook de drijvende kracht achter het sociaal-artistieke theatergezelschap Tutti Fratelli.