Stine Jensen over Lucca van Jens Christian GrØndhal

DSL – 09/03/2012 – Het Laatste Oordeel

‘Alle boeken van Jens Christian GrØndhal  gaan maar over één ding: overspel. Dat is altijd weer de katalysator waardoor iemand zijn hele leven onder de loep gaat nemen. Meestal bouwt hij daar heel traag naartoe, maar in Lucca opent hij meteen met de meest dramatische scene.’

‘Een 32-jarige actrice, Lucca Montale, wordt binnengebracht in het ziekenhuis nadat ze met haar auto tegen een boom is geknald. Langzaam komen we erachter dat ze die avond ontdekt had dat haar man haar bedrogen had. En dan begint het uiteenrafelen van haar leven en van hun huwelijk.’

‘Ook al krijgt ze een nieuwe relatie met Robert, haar behandelende arts, de drie hoofdpersonages blikken toch vooral terug op hun leven en hun keuzes, en proberen te bepalen waar ze nu staan. Die reflectie, en de typische Scandinavische melancholie van de tijd die verstrijkt, geeft het boek een heel mooie dromerige kant.’

KITSCH

‘Later ontdekken we dat Lucca blind is geworden door haar ongeluk. En pas nu ze blind is, kan ze helder naar haar liefdesleven kijken. GrØndhal  smeert die metafoor echt breed uit, met veel beschrijvingen van ogen en licht. Ook het verhaal is best vet uitgezet en de ziekenhuisomgeving versterkt dat soapy gevoel nog. Dat heeft iets kitscherigs, maar het is ook heel mooi. Een beetje wat Almodovar doet in zijn films.’

‘Arnold Grunberg heeft ooit gezegd dat je, als je van heel kwade wil bent, zou kunnen zeggen dat Lucca een keukenmeidenroman voor intellectuelen is. Dat klopt, maar dan wel een hele goeie.  Waarbij intellectueel betekent dat de personages zich met eindeloos veel liefde overgeven aan zelfreflectie. Eigenlijk doen ze niks anders dan de hele tijd over hun eigen leven nadenken. Iets wat ik niet alleen vermakelijk, maar ook ontroerend vind.’ 

‘Dat kitscherige zit ook in de manier waarop bijvoorbeeld wordt beschreven wat ze eten. Zoals hier: ‘hij koos voor bosbessenyoghurt en verder zat in het boodschappenmandje Nieuw-Zeelandse lamsbout, Marokkaanse aardappel en een Chileense rode wijn.’ Dat is een prachtige typering van zo’n bourgeoismilieu; daar zijn ze mee bezig, daar hebben ze ook tijd voor.’

VIJFTIGERS

‘Al zijn personages zijn ook schrijvers en acteurs en zo. Van die mensen die vreselijk veel vrije tijd hebben om na te denken over zichzelf – wat doe je als schrijver anders dan uren zitten denken?  Bovendien zijn het ijdele beroepen; deze acteurs en actrices zijn heel letterlijk bezig met hun  vergankelijkheid en het feit dat ze hun schoonheid verliezen. Zeker die mannen die de 50 passeren.’

‘In  GrØndhal’s  boeken zitten veel vijftigers, die terugkijken op hun vroeger geluk,  voor het overspel hun leven binnensloop en hun huwelijk uit elkaar viel. In die herinnering zijn ze vreselijk mooi en jong, terwijl ze nu ouder worden.’

‘Daaraan valt niet te ontsnappen; op een gegeven moment krijg je meer leven achter je dan voor je, en dan begin je terug te blikken. Zelf ben ik net veertig geworden; als je een rond getal bereikt, geeft dat toch een impuls om na te denken over je leven en de keuzes die je hebt gemaakt.’

SCANDINAVISCH

‘Dat melancholische, weemoedige terugblikken maakt dit boek ook erg Scandinavisch. De Deense filosoof Kierkegaard zei dat je het leven voorwaarts moet leven, maar het pas achteraf kan begrijpen. Precies daaruit ontstaat de melancholie: dat je pas achteraf inziet welke vergissingen je begaan hebt, welke kansen je laten liggen hebt, of dat je een karikatuur van jezelf bent geworden.’

‘Het verhaal speelt zich ook af in een Kopenhagen dat losgezongen lijkt van de werkelijkheid; de personages lijken zich buiten de geschiedenis te bewegen. Ze hebben geen oorlog meegemaakt, ze hebben genoeg te eten, het enige waar ze zich zorgen over moeten maken is dat ze ouder worden. GrØndhal focust helemaal op het verglijden van de tijd en de terugblik van zijn personages op hun huwelijk, hun relaties en de liefde. Dat doet hij formidabel.’

‘Bedrog is het enige wat zijn personages bezighoudt; eigenlijk is dat een luxe, als overspel een soort gezelschapsspel is geworden. Dat zegt eigenlijk iets over de positie waar je je in bevindt; zo bekeken is Lucca tegelijk een heel sterk generatieportret van Denemarken voor de cartooncrisis.’

OVERSPEL

‘Bij GrØndhal weet je al van het begin dat het overspel eraan zit te komen. Dus  je zit er echt op te wachten: wanneer komt hij er achter dat zijn vrouw een affaire heeft of andersom, wanneer vindt ze nu het briefje in de jaszak…’

‘In een ander boek van hem, Veranderd Licht, trekt hij tien pagina’s uit voor zo’n scene, waarin een vrouw de kleren van haar man doorzoekt terwijl hij onder de douche staat. En al die tijd voel je als lezer die vreselijke beklemming: o jee, ze gaat iets vinden, toch?’

‘Dat is filosofisch interessant, want de achterdochtige jaagt altijd achter de feiten aan. Die filosofie van het liefdessnuffelen, waar ik zelf ‘Ik lieg dus ik ben’ over geschreven heb, boeit me ook zo bij GrØndhal.’

‘Bovendien ben ik absoluut een oeuvrelezer; als ik van een schrijver hou, lees ik alles van hem. Al ben ik bij GrØndhal afgehaakt toen hij ineens vreselijk maatschappelijk betrokken boeken begon te schrijven. Maar als een stijl of een thema je eenmaal gegrepen heeft, zoals dat overspel, en je krijgt dat in elk boek weer uitgeserveerd, dan is elk boek gefundeness fressen.’

‘Eigenlijk is dit een ultieme roman over liefdessnuffelen; voeg daarbij de kitscherige soapy personages en het feit dat het een echte good read is, en je weet waarom iedereen het moet lezen. Maar het is vooral door de diepere filosofische thema’s, melancholie en vergankelijkheid, dat het boek beklijft. Die filosofische laag over kiezen en terugblikken zit in bijna al mijn favoriete boeken.’

BLAUWDRUK

‘Lucca neemt ook het huwelijk van haar ouders onder de loep, en hoe haar vader met haar moeder omging. Dat is ook een ultiem Scandinavisch thema, dat je al bij Strindberg en Bergman vindt; de grote tragedies die huwelijken kunnen zijn.’

‘Wat we meekrijgen van onze ouders, die eerste blauwdruk van wat een huwelijk moet zijn, is heel bepalend voor ons eigen leven. We willen het allemaal beter doen dan onze ouders, nemen ons allemaal voor niet dezelfde fouten te maken. En toch wordt Lucca op bladzijde één het ziekenhuis in gereden omdat ze na een mislukt huwelijk tegen een boom gereden is.’

‘Dat verhaal over een lang huwelijk dat strandt, herken ik ook uit mijn familie; mijn ouders zijn gescheiden. Het is trouwens mijn vader die me dit boek heeft aangeraden; ik was net gepromoveerd en mijn ouders en vrienden hadden samengelegd om ‘Stine naar de pinguïns’ te sturen. Gelukkig beviel het me ontzettend; het was het enige boek dat ik bij had op die trekking, waar elke kilo telde.’

DE AUTEUR: Deense vijftiger met een passie voor licht, overspel en falende relaties. Geboren in een gezin dat vaak verhuisde en uiteindelijk ook uiteenviel. Studeerde filosofie, werkte een tijd als filmregisseur, en debuteerde als dichter voor hij zich aan proza waagde.

HET BOEK: De jonge actrice Lucca knalt tegen een boom aan. Als ze wakker wordt in het ziekenhuis, ontdekt ze dat ze blind is geworden. Kort daarna vraagt haar man de scheiding aan. Je zou voor minder op je arts vallen.

VERSCHENEN IN: 2006
JENS CHRISTIAN GRᴓNDHAL, Lucca – Meulenhoff, 400 p.’s, 12,50€

Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust hebben hun plaats in de literaire hemel al veroverd. Elke week vraagt DSL aan een overtuigde lezer wie een plek naast hen verdient.  Filosofe, auteur & columniste Stine Jensen is nu zondag te gast op Mind the Book in Gent en brengt binnenkort twee nieuwe boeken uit: ‘Dus ik ben weer’ en ‘Dag vriend – intiem kaptiaal in tijden van Facebook’.