Zeerotica – Liefde en lust aan de kust
DS2 – 17/06/2011 – Het verhaal
Het KMI mag zeggen wat het wil, vanaf vandaag wordt het warm aan zee. Verantwoordelijke voor de plaatselijke klimaatverandering is Maja Wolny, curator van de tentoonstelling Zeerotica. Als een strandjutter van de lust ging ze op zoek naar het liefdesverhaal tussen de zee en de zinnelijkheid.
Erotica-icoon Anaïs Nin ontdekt in de openingsscène van de film Henry & June de eindeloze variaties van de erotiek aan de hand van een erotische postkaart waarop een octopus zich te goed doet aan een vrouw. Vandaag hangt diezelfde prent in het Visserijmuseum in Oostduinkerke. Conservator Maya Wolny liet zich hiertoe verleiden door een erotische scene van die andere schrijfster met vuurrode lippenstift: Annelies Verbeke.
‘Uit ervaring weet ik hoe moeilijk het is een goede erotische scene te schrijven’, bekent Wolny. ‘Ik schrijf zelf ook, weliswaar in mijn moedertaal, het Pools, en ik weet hoe het gaat. Je begint er aan en plots gaat het over bergen en vlaktes; als je de dingen maar niet bij hun naam moet noemen. Annelies Verbeke doet dat in ‘Vissen redden’ wel; heel expliciet zelfs. Meteen was in mijn hoofd de link tussen erotiek en de zee gelegd. De scene was zo mooi, dat ze mijn inspiratie werd voor deze tentoonstelling.’
Het lijkt een beetje een sadistische combinatie, zo’n erotische tekst samenbrengen met getuigenissen van vissers, die dagen, soms zelfs weken zonder vrouw op een boot zitten. Hoewel. Hun eigen verhalen zijn ook best pikant. Zo vertelt één van de vissers waarom de mannen zo blij zijn als er een vrouwelijke rog in hun netten zit. Blijkbaar hebben ze daar op zee ook hun verzetjes.
‘Van die verhalen ga ik pas echt blozen. Eén van de mannen vertelt over de ochtendwacht, en zijn liefde voor Madame La Main. Dat zijn de stoere verhalen, die hun vrouwen normaal nooit te horen krijgen. Maar we tonen ook hun romantische kant, bijvoorbeeld in de liefdesbrieven die we te leen gekregen hebben van de vissersvrouwen. ’
Losse zeden
Wie strand zegt, zegt Belle Epoque. De zee, die tot dan toe vooral een plek van noeste arbeid was, werd plots een oord van vertier. Maar dat ging niet zonder slag of stoot: de kerk zag het niet zitten dat mannen en vrouwen zomaar samen op het strand zouden gaan liggen, half ontbloot nog wel.
‘De pastoors lobbyden ervoor –en ik citeer- “om jongens en meisjes gescheiden te houden en die apenmanieren streng te bestrijden”. Ze deden er ook alles aan om de kledingvoorschriften zo streng mogelijk te houden. Wie zich daar niet aan hield, kreeg een gendarme achter zich aan.’
Maar de scheiding der seksen kwam er niet; de economie haalde het van de moraal. Want precies het feit dat het er op de Belgische stranden een pak relaxter aan toe ging dan in het Victoriaanse Engeland, bracht het eerste kusttoerisme op gang.
‘Niet alle priesters waren vies van een zwempartij. We hebben een brief gevonden uit 1890 waarin een priester toestemming vraagt om te baden om gezondheidsredenen. De bisschop zijn antwoord is duidelijk: aangezien het om overgewicht gaat, moet de priester eerst zijn biergebruik beperken. Baden mag alleen als alle andere opties uitgeput zijn én als hij ervoor zorgt dat hij niet gezien wordt.’
K.W.T.
Het meeste sensuele beeld aan de muren is van Léon Spilliaert; zijn Baders zijn in een wel erg innige omhelzing verstrengeld. Maar wie hoopt hier pornografische prentjes te vinden, vergist zich.
‘Zeerotica is absoluut geen obscene tentoonstelling. Het draait allemaal wel rond liefde en erotiek, maar wel zo dat opa hier gerust met zijn kleinkind heen kan.’ Al is het voor sommige vissersverhalen misschien toch beter dat dat kleinkind niet al te veel West-Vlaams begrijpt. ‘Och, we tonen het allemaal met de nodige humor. Het laatste wat we wilden maken, is een tentoonstelling met een te hoog testosterongehalte.’
En dus zit het enige echt expliciete van de tentoonstelling, de tekst van Annelies Verbeke, netjes verborgen achter een gordijntje. Een literaire peepshow, zeg maar.
Zeerotica – over liefde en lust aan de kust – Nationaal Visserijmuseum in Oostduinkerke – 17 juni tot 31 december – gratis
75 centimeter
Louis Réard, de uitvinder van de bikini, was eigenlijk ingenieur. Meestal ontwierp hij auto’s, maar zijn aanpak van de badmode was al even pragmatisch. Hij knipte alle overbodige stukken weg uit de traditionele badpakken en de bikini was geboren. Réard had het in 1946 wel moeilijk om een model te vinden voor zijn eerste defilé; uiteindelijk nam hij de Parijse naaktdanseres Micheline Bernardini in dienst. Voor haar waren die 75 centimeter stof heel wat meer dan wat ze normaal om het lijf had. De witte lijn onder haar billen geeft precies aan hoe lang een badpak daarvoor was.
In 1962 maakte Ursula Andress het kledingstuk onsterfelijk in de Bondfilm Dr. No.
Vis eet vrouw
Deze prent komt dan weer niet uit Octopussy, maar is van de hand van de Japanse grootmeester Hokusai. ‘De droom van de visservrouw’ heet de houtsnede uit 1820. Maar of het hier een droom of een nachtmerrie betreft, is nog maar de vraag, want in de Japanse overlevering heet dit shokusku goukan of tentacle rape. Volgens de legende vermoordden dit soort reuzeoctopussen vissers op zee, om daarna aan land te gaan en hun vrouw te verkrachten. Of wat jaloezie met je fantasie kan doen.
Verborgen schat
Fotografe en videokunstenares Elke Boon toont een wat hulpeloze, schijnbaar verdwaalde moderne meermin die naakt over een strand danst, terwijl in de achtergrond een cargoschip voorbij vaart. ‘Elke Boon heeft Walk in Water in 2007 gemaakt, maar ze had het werk nog nooit ergens getoond. Een gemeenschappelijke vriend had het ooit op haar computer gezien en vertelde me erover. Ze was stomverbaasd toen ik haar belde, want bijna niemand wist dat het werk bestond. Zo belandde het hier, als een digitale boodschap in een fles.’
Zeebonken
‘Tatoeages zijn onlosmakelijk verbonden met de schipperscultuur. De mannen zelf vinden ze niet alleen macho en stoer, elk beeld heeft ook zijn vertaling. Zo betekent een zeeschildpad dat de schipper de evenaar heeft overgestoken, een draak dat hij een Chinese haven heeft aangedaan en een zwaluw dat hij er 5000 zeemijlen heeft opzitten. En al vinden hun vrouwen dat niet altijd even mooi, ook vandaag de dag nog heeft bijna elke visser zijn tattoo.’
Sirenenzang
‘Natuurlijk bestaan zeemeerminnen echt; ze komen voor in de overlevering van zowat alle culturen. Zelfs Homerus beschrijft ze al: “een dwaas die zwicht en naar hun zangen luistert, nooit keert hij naar zijn vrouw terug.” En dus goten alle matrozen was in hun oren. Odysseus, die zich aan de mast liet vastbinden, was de enige man die hen hoorde zingen zonder daar zijn leven bij te laten. Tot nu toe, want wij hebben onze eigen, veilige sirene. An Pierlé heeft op basis van de oude Griekse teksten sirenegezang opgenomen.’ Met succes. Al zijn haar benen wellicht niet samengegroeid tot een vissenstaart, Pierlé’s stem is wel op magische wijze gesplitst in een melodieuze boventoon en een hypnotische, lokkende ondertoon.