Niets schrijft beter dan Bach
Bach is de ideale muziek om bij te schrijven.
Zelf vond ik dat al langer, maar het is ook de conclusie van een privé-onderzoekje dat ik de afgelopen twee jaar deed bij zowat alle schrijvers die ik interviewde voor #Beroepsgeheim. De meerderheid schrijft met klassieke muziek, en barok- en kamermuziek scoren opvallend hoger dan andere muziek. Het geheim zit blijkbaar in de kleine bezettingen, beaamde Michael De Cock een paar weken geleden nog.
Dat is eigenlijk logisch, want, zoals Joke Hermsen het heel treffend verwoordde: “in een concertzaal kan je je laten onderdompelen in een veelheid van instrumenten, maar daar moet je dan ook niets anders doen. Tijdens het schrijven wil je aan je eigen verbeelding toekomen, en daar geeft alleen muziek in een kleine bezitting je voldoende ruimte voor.”
Christiaan Weijts houdt het er dan weer op dat Bach zo geweldig schrijft omdat het polyfone muziek is: “Er lopen 4, 5, 6 melodielijnen door elkaar heen, die je brein op allerlei manieren tegelijk bezighouden. Dus eigenlijk word je op alle fronten tegelijk aangezet.” Of zoals mijn redacteur Eva Berghmans het op Klara samenvatte, met de woorden van Adam Price, de scenarist van Borgen: “Bach gespeeld door Gould, dat opent een extra ruimte in je hoofd.“
Op 8 november vertel ik op Klara nog vanalles over muziek die belangrijk voor mij is, als schrijver en als mens, en wel tussen 10 & 12 ’s ochtends. Voor wie nu al zin heeft gekregen in een muziekje, hierbij een stukje van die andere Bach.